Gemeentelijk vastgoed als vliegwiel voor warmtenet: “Je moet zelf het goede voorbeeld geven”
In Hendrik-Ido-Ambacht komt ongeveer 10 procent van de aansluitingen op het nieuwe warmtenet uit gebouwen zonder woonfunctie (utiliteitsbouw). Een groot deel daarvan is gemeentelijk bezit. Door eigen vastgoed in te zetten, creëert de gemeente direct volume waarmee het warmtenet technisch én financieel een stuk haalbaarder wordt. Ook krijgen inwoners en ondernemers een
helder signaal: wij doen mee – u ook?
In de regio Drechtsteden werken gemeenten – waaronder Hendrik-Ido-Ambacht – al sinds 2018 samen met woningcorporaties, warmtebedrijf HVC, netbeheerder Stedin en de provincie Zuid-Holland aan een regionaal warmtenet. Die samenwerking is essentieel: geen enkele partij krijgt het warmtenet alleen van de grond. De partners werken vanuit een gezamenlijke strategie: het ‘grand design’. “Iedere partij ontwikkelt zijn deel van het netwerk. Straks vormt dat 1 geheel, gevoed door meerdere duurzame bronnen zoals een lucht-waterwarmtepomp en geothermie”, legt Ralph Lafleur uit. Hij is wethouder duurzaamheid in Hendrik-Ido-Ambacht.
Om de regionale samenwerking vorm te geven, is een vaste overlegstructuur ingericht, met bestuurlijk, programmatisch en operationeel overleg. Willy Heussen, gebiedsontwikkelaar Warmte bij HVC: “Problemen worden er vroegtijdig op tafel gelegd en opgelost. Zo voorkom je dubbel werk, stem je infrastructuurprojecten op elkaar af en kun je samen besluiten nemen over complexe kwesties, zoals het plaatsen van tijdelijke warmtestations of het aanpassen van graafplanningen.”
Garantie op voldoende aansluitingen noodzakelijk
Maar zelfs met een strak georganiseerde samenwerking kan er geen warmtenet worden gerealiseerd als er niet voldoende aansluitingen zijn. Willy: “We kunnen het warmtenet pas aanleggen als we de garantie hebben dat er genoeg gebouwen worden aangesloten. We hebben daar dus vroeg zekerheid over nodig. Met utiliteitsbouw zet je qua volume in 1 keer een flinke stap. Zorginstellingen, kantoren, scholen: dat tikt aan.” Waardoor het voor de omliggende woningen ook mogelijk wordt om aan te sluiten op een warmtenet.
Gemeente geeft het goede voorbeeld
Gewapend met deze kennis, begint Hendrik-Ido-Ambacht bij zichzelf. “Gemeentelijk vastgoed is goed in beeld en we kunnen daar zélf gemakkelijk besluiten over nemen”, vertelt gemeentelijk projectleider Laurens Mourik. “Onze gebouwen liggen bovendien dicht bij elkaar. Cultureel Centrum Cascade, sportcomplex De Ridderhal, zwembad de Louwert, jongerencentrum Baxhuis en het gemeentehuis: allemaal binnen een paar 100 meter.” Ook dat is gunstig, omdat voor een warmtenet een minimum aan gebouwdichtheid vereist is.
Door de leeftijd van Cascade is groot onderhoud en verduurzaming nodig. “Die kans konden we niet laten liggen. We leggen nu tijdens de revitalisatie meteen de juiste infrastructuur aan, zodat we Cascade straks eenvoudig aansluiten op het warmtenet. Tot die tijd draaien we op de bestaande cv-ketels”, vervolgt Laurens. Ralph: “Mijn overtuiging: wil je dat bewoners kiezen voor het warmtenet, geef dan als gemeente het goede voorbeeld. We zijn daarmee een dubbele aanjager!”
Corporaties en De Blije Borgh zorgen voor nog meer schaalgrootte
Het gemeentelijk vastgoed van Hendrik-Ido-Ambacht is van groot belang voor de ontwikkeling van het warmtenet, maar er is meer vastgoed nodig voor een sluitende businesscase. Ralph: “Zorginstelling De Blije Borgh doet gelukkig ook mee. Net als nieuwbouwwijk De Volgerlanden. En corporaties zijn onmisbaar: daarmee committeer je in 1 keer 100’en woningen.”
En de lokale bedrijven? Ralph: “Veel bedrijven in onze gemeente zijn volop bezig met elektrificatie van hun processen en hebben zich verenigd in energiecoöperaties. Ze wekken zelf duurzame energie op en delen energieoverschotten met elkaar.” Toch merkt de wethouder dat bij sommige bedrijven met een grote warmtevraag – bijvoorbeeld door kassen – de interesse in aansluiting op het warmtenet toeneemt als alternatief voor elektrificatie. “Zodra het concreet wordt, staan ondernemers vaker open voor zo’n oplossing.”
Verschillende routes voor verschillende doelgroepen
Utiliteitsbouw is een verzamelterm voor gebouwen zonder woonbestemming, zoals kantoren, scholen, ziekenhuizen, sporthallen en winkels. Deze gebouwen hebben elk hun eigen gebruiksfunctie en doelgroep. In de warmtetransitie betekent dat: verschillende uitdagingen, behoeften en dus ook een andere aanpak per doelgroep.
Daarom kiest Hendrik-Ido-Ambacht voor een aanpak die past bij verschillende groepen. Ralph: “In de wijken Kruiswiel en Oostendam hebben 50 bewoners samen met ons naar alle verduurzamingsopties gekeken: van warmtepomp tot warmtenet. We gaven hen het eerlijke verhaal én de ruimte om te kiezen. En wat bleek? Het warmtenet kwam voor velen als nummer 1 uit de bus. Door als gemeente het voortouw te nemen en eigen vastgoed aan te sluiten op het warmtenet, wordt niet alleen de weg vrijgemaakt voor een duurzamere toekomst, maar groeit ook het vertrouwen bij inwoners en bedrijven. Door zelf het goede voorbeeld te geven, laat we als gemeente zien hoe we samen de energietransitie kunnen versnellen.”