Toegankelijkheidslinks Ga naar de hoofdinhoud
NPLW Logo. Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Helpdesk

Monitorplan gemeente Nieuwerland

Dit voorbeeld van een monitoringplan voor de fictieve gemeente Nieuwerland laat zien hoe je als gemeente aan de slag kunt met monitoring. Het sluit voor een groot deel aan op de handreiking Warmteprogramma, waarin dezelfde fictieve gemeente hun programma uitwerkt. Je krijgt met dit voorbeeld inzicht in de keuzes en doelen die de gemeente maakt op het gebied van monitoring.

Let op: dit is een voorbeeld van een ambitieuze aanpak. Het dient vooral ter inspiratie. Kijk in de praktijk naar de lokale situatie van jouw gemeente om te zien welke onderdelen je wil oppakken in het monitoringplan.

Deze pagina is onderdeel van een 3-luik over monitoring. Op Gemeentelijke monitoring van de lokale warmtetransitie lees je over de juridische verplichtingen rond monitoring. In het Stappenplan monitoring staan praktische tips en databronnen. Deze pagina laat zien hoe een gemeente het stappenplan in de praktijk kan uitwerken.

Het monitoringplan van gemeente Nieuwerland bestaat uit 5 hoofdstukken:

1. Doel van de monitoring lokale warmtetransitie

2. Wat monitoren we?

3. De monitoringcyclus

4. Gegevensverzameling

5. Organisatie van de uitvoering

1. Doel van de monitoring lokale warmtetransitie

Gemeenten hebben volgens het Klimaatakkoord de regie op de opgave om uiterlijk in 2050 aardgasvrij te zijn. Als gemeente Nieuwerland willen we dat doel zelfs 5 jaar eerder bereiken. Dat is een grote en op veel vlakken uitdagende opgave. Om effectief regie te voeren hebben we inzicht nodig in waar we staan, wat in onze aanpak werkt en wat nog beter kan. Daarom gaan we aan de slag met een monitoringaanpak die dat inzicht biedt. 

Vanaf het 2e warmteprogramma is het verplicht om inhoudelijk terug te blikken op de periode sinds het vorige warmteprogramma. Wij kiezen ervoor jaarlijks te monitoren. Dit legt de basis voor deze terugblik, en stelt ons in staat om tussentijds te kunnen bijsturen. 

In sommige gebieden zetten we de aanwijsbevoegdheid in. Dit betekent dat we in het omgevingsplan vastleggen wanneer de aardgaslevering stopt in specifieke wijken. Om de aardgaslevering daadwerkelijk te mogen stoppen moeten we als gemeente een aantal zaken waarborgen, en dit moet je als gemeente ook aan kunnen tonen. Dit doen we mede door te monitoren. In het geval van een van de waarborgen, de vergewisplicht, is monitoring zelfs juridisch bepaald: we moeten dus controleren of de beoogde einddatum haalbaar is of dat deze uitgesteld moet worden. 

We beperken ons niet tot het monitoren van de juridische onderdelen. De warmtetransitie gaat namelijk niet alleen om techniek, maar ook om gedrag en sociale veranderingen. Daarom monitoren we niet alleen kwantitatief de feiten en cijfers, maar willen we ook leren van ontwikkelingen en resultaten. Met zogenaamde reflexieve monitoring onderzoeken we ook het waarom van de ontwikkeling, om zo te leren wat wel en niet werkt in onze aanpak. Zo verbeteren we stap voor stap de uitvoering van de warmtetransitie in Nieuwerland. 

2. Wat monitoren we?

De gemeenteraad besloot in 2018 vol in te zetten op een duurzaam Nieuwerland en streeft ernaar in 2045 volledig aardgasvrij te zijn, 5 jaar eerder dan het landelijke doel. In het warmteprogramma ‘Op weg naar duurzame verwarming in Nieuwerland 2026 - 2035’ staat wat we de komende 10 jaar met onze partners gaan doen in 8 buurten, met welke aanpak en met welk beoogd resultaat. In onderstaande tabel is dit op hoofdlijnen per buurt weergegeven. Met de monitor gaan we de volgende zaken volgen:

  • De aanpak: wat zijn de belangrijkste uitgevoerde maatregelen die het afgelopen jaar zijn genomen?
  • (Tussen)resultaten: wat zijn de belangrijkste (tussen)resultaten die het afgelopen jaar zijn gerealiseerd? Is dit volgens de verwachting of planning?
  • Resultaat: hoe gaat het met de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen? Liggen we op koers?
Gebied   Start buurtprocesBeoogde aanpakBeoogde start uitvoeringVoornemen aanwijsbevoegdheidAantal gebouwen
Kippensluis NoordAl gestart Warmtenet op aquathermie2027Ja605
Kippensluis ZuidAl gestart Warmtenet op aquathermie2027Ja212
EikenrandAl gestart Volledig elektrische warmtepompen2027Ja586
Zonnewende2027Warmtenet op aquathermie of mogelijk geothermie2029Nee26
I-Park2027Warmtenet, mogelijk geothermie of restwarmte2029Nee130
Smalle Sloot2027Collectieve inkoopacties voor warmtepompen2029Nee490
ParelenAl gestartOndersteuning bewonersinitiatief2028Nee65
Kern ZonnedorpAl gestartOndersteuning bewonersinitiatief2028Nee184
Lommerhavenn.v.t.Nieuwbouwbuurt, geen gasnetwerkn.v.t.n.v.t.50
Overige gebiedenn.v.t.Gemeentebrede maatregelenn.v.t.Nee1.914
Tabel 1: de belangrijkste kenmerken van de geplande gebiedsaanpakken.

Omdat we ook van de monitor willen leren, voegen we hier de volgende leervragen aan toe:

  • Wat hebben we tijdens de uitvoering geleerd over onze aanpak? Wat werkt goed en wat minder?
  • Wat helpt en wat belemmert in de bredere context om voortgang boeken en de doelen te realiseren?
  • Wat betekenen de feiten en inzichten voor het vervolg – gaan we door met de aanpak of moeten we die bijstellen?

Hieronder werken we dit, op basis van de doelen uit het warmteprogramma, verder uit per bijbehorend monitoringonderdeel. 

Algemene monitoring warmteprogramma

Vanaf het 2e warmteprogramma is het verplicht om inhoudelijk terug te blikken op de voortgang. Daarom monitoren we: 

  • hoeveel woningen al aardgasvrij zijn of dit nog worden;
  • hoeveel woningen al geïsoleerd, aardgasvrij-ready of anders verduurzaamd zijn of dit nog worden. 

Deze gegevens koppelen we aan de beoogde warmteoplossing van elk gebied, zoals beschreven in het warmteprogramma en uitvoeringsplan.

Monitoring in gebieden met voornemen tot aanwijsbevoegdheid 

In 3 gebieden is aanvullende monitoring nodig, die deels verplicht is om te controleren of de gemeente voldoet aan de juridische waarborgen voor de inzet van de aanwijsbevoegdheid. In het kader van de vergewisplicht moeten we aantonen dat de hele energie-infrastructuur, dus ook de gebouwaansluitingen, klaar zijn om warmte te leveren op het moment dat aardgaslevering stopt. Is dit niet zo, dan zal de gemeente het omgevingsplan opnieuw wijzigen om de einddatum voor de stop van aardgaslevering uit te stellen.

Om te beoordelen of we de einddatum moeten uitstellen, gebruiken we in de wijken waar een warmtenet beoogd is gegevens van het warmtebedrijf. Zij leveren daarnaast ook informatie aan over het aantal eigenaren dat kiest voor een opt-out en een eigen warmtealternatief realiseert. In de monitoring brengen we de voortgang hiervan in kaart. We zetten daarnaast extra communicatie in om bewoners te bereiken die nog geen binnenhuisinstallatie voor de nieuwe warmtelevering hebben  laten plaatsen. We weten of dit nodig is door 6 maanden voor de stop van aardgaslevering op te vragen bij het warmtebedrijf.

Om de andere juridische waarborgen te bewaken, monitort gemeente Nieuwerland ook het participatietraject voorafgaand aan het wijzigen van het omgevingsplan, als onderdeel van de monitoring van het hele participatietraject van plan tot realisatie. In de periode tot de stop van aardgaslevering monitoren we ook de betaalbaarheid van het gekozen alternatief. In het uitvoeringsplan staat per gebied hoe de gemeente zich aan de waarborgen houdt. In de minimaal 8 jaar tussen de wijziging van het omgevingsplan en de stop van aardgaslevering kan er veel veranderen. Daarom wil de gemeente in deze periode de waarborgen periodiek toetsen met monitoring. Wanneer daaruit blijkt dat de gemeente niet of onvoldoende aan deze waarborgen kan voldoen, wordt de raad geadviseerd de stop van de aardgaslevering uit te stellen.

Aanvullende monitoring

We monitoren het participatietraject, de haalbaarheid en de betaalbaarheid ook in de gebieden waar we geen aanwijsbevoegdheid inzetten maar wel met een gebiedsgerichte aanpak met een uitvoeringsplan werken. Dat sluit aan bij de doelen in ons warmteprogramma. Omdat het programma daarnaast nog andere ambities bevat, breiden we de monitoring uit tot meer dan de juridische verplichtingen of wat uit waarborgen voortkomt.

We willen per gebied ook financiële regelingen volgen, zoals de ISDE, SVVE en gemeentelijke subsidies. Zo krijgen we inzicht in wat mensen zelf al doen aan isolatie of warmtepompen plaatsen. Daarnaast kijken we specifiek naar de voortgang van 3 doelgroepen in relatie tot de daarvoor gestelde doelen: 

  • huishoudens met energiearmoede;
  • vereniging van eigenaren (VvE’s);
  • bewonersinitiatieven. 

Verder willen we kijken naar de impact van het beleid op de CO2-uitstoot en het energieverbruik van de gebouwde omgeving. Ook het perspectief van bewoners en andere betrokkenen vinden we belangrijk. Daarom monitoren we niet alleen de hoeveelheid of het bezoek van participatieactiviteiten, maar ook de signalen die daarin naar voren komen.

Lerende monitoringaanpak

De gemeente Nieuwerland wil niet alleen de voortgang monitoren, maar ook begrijpen waarom ontwikkelingen plaatsvinden. Daarom kiezen wij voor een lerende monitoraanpak. We brengen niet alleen de feiten en cijfers over de voortgang en doelen in beeld, maar organiseren ook reflectie op wat goed gaat en beter kan. Dat helpt ons om effectief invulling te geven aan onze regierol en op tijd bij te sturen. Naast monitoringvragen werken we daarom ook met leervragen over oorzaken of verbeterpunten.

Met deze lerende aanpak willen we als gemeente ook verder vooruitkijken: liggen we nog op koers om in 2045 aardgasvrij te zijn, waarom wel of niet en moeten we bijsturen? 

MonitoringonderdeelMonitoring- en leervragen

Met betrekking tot terugblik warmteprogramma: 

voortgang gerealiseerde en geplande aardgasvrije aansluitingen per gebied en gemeentebreed

- Hoeveel woningen zijn per gebied aangesloten op een alternatief voor aardgas?

- Is dat in lijn met de doelen, zowel op korte termijn als richting 2045? 

- Waarom loopt dit wel of niet volgens plan?Wat kunnen we hiervan leren of verbeteren?  

Met betrekking tot terugblik warmteprogramma: 

voortgang gerealiseerde en geplande isolatiemaatregelen of verduurzaming van de gebouwde omgeving per gebied en gemeentebreed

- Hoe veel woningen zijn per gebied verduurzaamd en op welke manier?

- Is dat in lijn met de doelen? 

- Waarom loopt dit wel of niet volgens plan en wat kunnen we hiervan leren of verbeteren?

Met betrekking tot aanwijsbevoegdheid: 

voortgang energie-infrastructuur inclusief aansluitingen van gebouwen per gebied

- Gaat de aanleg van de energie-infrastructuur nog volgens de planning, en halen we daarmee de datum voor de stop van aardgaslevering?

- Kunnen alle gebouwen op tijd worden aangesloten, of is er sprake van technische moeilijkheden of weerstand van eigenaren (zonder opt-out)?

- Waarom is de planning wel of niet gehaald en welke lessen trekken we daaruit?

Met betrekking tot aanwijsbevoegdheid: 

voortgang opt-outs per gebied met aanwijsbevoegdheid

- Welke gebouweigenaren kiezen voor een ander warmtealternatief dan het aanbod van de gemeente of het warmtebedrijf (opt-out)? 

- Verloopt de aanleg van de opt-outs in lijn met de datum voor de stop van aardgaslevering?

- Waarom loopt dit wel of niet naar verwachting? Wat leert de gemeente per gebied van de aanpak rond opt-outs? 

Deels met betrekking tot aanwijsbevoegdheid: 

voortgang participatie en communicatie per gebied

- Welke activiteiten hebben we uitgevoerd? Zoals brieven, campagnes of bijeenkomsten. 

- Wat zijn de resultaten hiervan? Zoals aantal bereikte mensen en doelgroepen.

- Welke aanpak werkt goed en, welke minder en waarom?

Met betrekking tot aanwijsbevoegdheid: 

ontwikkeling betaalbaarheid per gebied

- Kloppen de aannames over betaalbaarheid nog?

- Wat betekent het als die aannames niet meer kloppen, voor de eindgebruikers en   maatschappelijke kosten?

- Waarom of waardoor is het warmtealternatief nu wel of niet meer betaalbaar en wat zijn daarvan de geleerde lessen?

Effectiviteit financiële regelingen

- In hoeverre wordt er gebruik gemaakt van de subsidies en leningen van gemeente, provincie en Rijk?

- In welk gebied en voor welke maatregelen worden deze regelingen aangevraagd?

- Waarom worden regelingen wel of niet aangevraagd, tot in hoeverre worden die gebruikt voor het beoogde doel en wat zijn de geleerde lessen daarvan?

Voortgang verminderen van energiearmoede

- Hoeveel huishoudens zijn er geholpen bij het verlagen van de energierekening?

- Hoeveel woningen in deze doelgroep zijn verduurzaamd?

- Waarom heeft de aanpak wel of niet het gewenste effect en wat kunnen we daarvan leren en verbeteren?

Voortgang verduurzaming en aardgasvrij maken VvE’s

- Hoeveel en welke VvE’s werken aan een meerjarig duurzaam onderhoudsplan en met welk doel?

- Hoeveel en welke VvE’s hebben ondersteuning of advies voor verduurzaming aangevraagd via de gemeente?

- Hoe groot is het draagvlak bij VvE’s voor verduurzaming en aardgasvrij worden?

- Waarom werkt de gemeentelijke aanpak richting VvE’s wel of niet goed en wat kan de gemeente hiervan leren?

Voortgang van bewonersinitiatieven rond verduurzaming en aardgasvrij maken 

- In welke fase zitten bewonersinitiatieven? Zoals voorbereiding, uitvoering, nazorg.

- Welke voortgang boeken zij?

- Waarom boeken zij wel of geen voortgang en wat kan de gemeente daarvan leren in de aanpak richting bewonersinitiatieven?

Voortgang vermindering energiegebruik en CO2-uitstoot, gemeentebreed

- Hoeveel gas, warmte en elektra verbruikt huishouden, bedrijf of utiliteitsgebouw gemiddeld?

- Hoeveel van dit verbruik bestaat uit duurzame energie?

- Hoeveel CO2- uitstoot komt er uit de gebouwde omgeving?

- Waarom worden de doelen voor verbruik en uitstoot wel of niet gehaald en wat kunnen we daarvan leren?

Tabel 2: Monitoringonderdelen en monitoring- en leervragen.

De antwoorden en inzichten uit de monitoring- en leervragen moeten uiteindelijk leiden tot conclusies en vervolgacties. Op basis van de monitor stellen wij daarom een jaarlijkse voortgangsrapportage op, waarmee we collega’s, gemeenteraad, bewoners en andere betrokkenen informeren over de voortgang en de geleerde lessen. Om dit goed te organiseren werken we met een vaste monitoringcyclus die we elk jaar uitvoeren.

3. De monitoringcyclus

Infographic monitoringcyclus
Toelichting bij deze afbeelding
De monitoringcyclus bestaat uit 5 fasen:

1. Voorbereiding
2. Informatie verzamelen
3. Analyse
4. Rapportage
5. Van reflectie naar actie

Het is aanbevolen deze cyclus jaarlijks te doorlopen.
Infographic monitoringcyclus

De monitorcyclus duurt een kalenderjaar en bestaat uit 5 vaste fasen:

Fase 1: voorbereidingsfase – januari-februari

In deze fase doen we de praktische voorbereiding van de monitoring:

  • betrokkenen informeren en afspraken maken over hoe informatie wordt vastgelegd, wanneer data wordt aangeleverd en wie deelneemt aan een reflectiesessie;
  • een beknopte vragenlijst opstellen;
  • werkzaamheden plannen.

Resultaat: het proces is georganiseerd en gepland.

Fase 2: informatieverzamelingsfase – juli-september

In deze fase verzamelen we de feiten, cijfers en ervaringen die we nodig hebben om de monitor- en leervragen te beantwoorden. 

Resultaat: de informatie is verzameld.

Fase 3: analysefase – september-oktober

Op basis van de informatie komen we in deze fase tot een 1e beantwoording van de monitor- en leervragen. In een reflectiesessie met projectleiders toetsen we deze analyse en vullen deze waar nodig aan. 

Resultaat: conceptanalyse en 1e beantwoording monitor- en leervragen, getoetst en aangescherpt.

Fase 4: rapportagefase – oktober-november

In deze fase leggen we de belangrijkste inzichten vast in een voortgangsrapportage. 

Resultaat: definitieve analyse en beantwoording monitor- en leervragen. De inzichten uit monitoring zijn vastgelegd.

Fase 5: van reflectie naar actie-fase – december-januari

Een monitor is pas echt waardevol als deze ook iets in gang zet. Dit vraagt om de inzichten samen te bespreken, te onderzoeken waarom resultaten zijn zoals ze zijn en te bepalen wat er verbeterd kan worden voor de volgende keer. Met de reflectiesessie in fase 3 hebben we al een stap gezet, maar 1 sessie is vaak niet genoeg. Daarom organiseren we in fase 5 een sessie waarin de volgende vragen centraal staan:

  • Moeten we op basis van de inzichten de aanpak bijstellen?
  • Zijn er knelpunten die bij de directie, bestuur of bij andere partijen op de agenda moeten komen?
  • Wat is nodig voor de bijstelling of agendering, en wie pakt welke rol?

Resultaat: inzichten uit de monitoring leiden tot geleerde lessen, concrete acties en verbetering van de aanpak.

4. Gegevensverzameling

Voor de monitor maken we zoveel mogelijk gebruik van intern beschikbare informatie, openbare bronnen en gegevens van onze directe partners. Zo blijft de extra werkdruk van betrokkenen beperkt. Omdat de monitor ook de kans biedt om wijkoverstijgend stil te staan bij de voortgang en leerervaringen, vullen we de gegevens aan met een beknopte enquête en een werksessie.

De gegevensverzameling bestaat uit:

Een analyse van openbare en semi-openbare bronnen

De monitoringsverantwoordelijke verzamelt gegevens uit openbare en semi-openbare databronnen en voegt deze toe aan de eigen database. Dit gebeurt elk jaar in fase 2 van de monitoringcyclus.

Een analyse van intern beschikbare informatie en informatie van directe partners 

Alle projectleiders die verantwoordelijk zijn voor onderdelen van het monitoringsdoel leggen de belangrijkste voortgangsinformatie per wijk elk half jaar vast in het centrale woningvolgsysteem. Welke informatie belangrijk is hangt af van de wijkuitvoeringsplannen. 

Beknopte vragenlijst 

Met een beknopte vragenlijst verzamelen we aanvullende feiten, cijfers en leerervaringen bij projectleiders en bij onze partners: netbeheerder Stalis, woningcorporatie Huis&Haard, warmtebedrijf Hestia, de bewonersinitiatieven Zonnedorp en de Warmtetappers, en de BuurtEnergieCooperatie (BEC).

Werksessie

In een werksessie met projectleiders en een selectie van onze partners gaan we dieper in op de leerervaringen uit de enquête. Wat zijn belangrijkste inzichten en de rode draden?

Bewonersperspectief

Het perspectief van bewoners is essentieel. We volgen dit door de vertegenwoordigers van onze bewonersinitiatieven elk jaar mee te nemen in de vragenlijst en de werksessie. Daarnaast vragen we bewoners bij participatiemomenten om feedback. Eens in de 2 jaar halen we gericht ervaringen van bewoners op met bijvoorbeeld vragenlijsten, inloopavonden of een koffiekar in de wijk.

Met deze informatiebronnen komt er een derde kolom bij de tabel: 

MonitoringonderdeelMonitor- en leervragen per onderdeelInformatiebronnen

Met betrekking tot terugblik warmteprogramma: 

voortgang gerealiseerde en geplande aardgasvrije aansluitingen per gebied en gemeentebreed

- Hoeveel woningen zijn per gebied aangesloten op een alternatief voor aardgas?

- Is dat in lijn met de doelen, zowel op korte termijn als richting 2045? 

- Waarom loopt dit wel of niet volgens plan?Wat kunnen we hiervan leren of verbeteren?  

- Warmtebedrijf;  

- subsidiegegevens zoals ISDE en SVVE; 

- gemeentelijke regelingen; netbeheerder;

- woningcorporatie Huis en Haard; 

- eigen gegevens en vragenlijsten.

Met betrekking tot terugblik warmteprogramma: 

voortgang gerealiseerde en geplande isolatiemaatregelen of verduurzaming van de gebouwde omgeving per gebied en gemeentebreed 

- Hoe veel woningen zijn per gebied verduurzaamd en op welke manier?

- Is dat in lijn met de doelen? 

- Waarom loopt dit wel of niet volgens plan en wat kunnen we hiervan leren of verbeteren?

- Subsidiegegevens zoals ISDE en SVVE;

- gemeentelijke regelingen;

- EP-Online; 

- Datavoorziening Energietransitie Gebouwde Omgeving (DEGO);

- Energieloket en energiecoaches;

- woningcorporatie Huis en Haard; 

- eigen gegevens en vragenlijsten.

Met betrekking tot aanwijsbevoegdheid: 

voortgang energie-infrastructuur inclusief aansluitingen van gebouwen per gebied

- Gaat de aanleg van de energie-infrastructuur nog volgens de planning, en halen we daarmee de datum voor de stop van aardgaslevering?

- Kunnen alle gebouwen op tijd worden aangesloten, of is er sprake van technische moeilijkheden of weerstand van eigenaren (zonder opt-out)?

- Waarom is de planning wel of niet gehaald en welke lessen trekken we daaruit?

- Netbeheerder; 

- bij warmtenetwijken ook het warmtebedrijf;

- eigen gegevens en vragenlijsten.

Met betrekking tot aanwijsbevoegdheid: 

voortgang opt-outs per gebied met aanwijsbevoegdheid

- Welke gebouweigenaren kiezen voor een ander warmtealternatief dan het aanbod van de gemeente of het warmtebedrijf (opt-out)? 

- Verloopt de aanleg van de opt-outs in lijn met de datum voor de stop van aardgaslevering?

- Waarom loopt dit wel of niet naar verwachting? Wat leert de gemeente per gebied van de aanpak rond opt-outs? 

- Warmtebedrijf;

- eigen gegevens en vragenlijsten.

Deels met betrekking tot aanwijsbevoegdheid: 

voortgang participatie en communicatie per gebied

- Welke activiteiten hebben we uitgevoerd? Zoals brieven, campagnes of bijeenkomsten. 

- Wat zijn de resultaten hiervan? Zoals aantal bereikte mensen en doelgroepen.

- Welke aanpak werkt goed en, welke minder en waarom?

- Eigen gegevens en vragenlijsten over bewoners, activiteiten en leervragen.

Met betrekking tot aanwijsbevoegdheid: 

ontwikkeling betaalbaarheid per gebied

- Kloppen de aannames over betaalbaarheid nog?

- Wat betekent het als die aannames niet meer kloppen, voor de eindgebruikers en   maatschappelijke kosten?

- Waarom of waardoor is het warmtealternatief nu wel of niet meer betaalbaar en wat zijn daarvan de geleerde lessen?

- Eindgebruikerskostentool; in combinatie met: 

- eigen gegevens en vragenlijsten.

Effectiviteit financiële regelingen

- In hoeverre wordt er gebruik gemaakt van de subsidies en leningen van gemeente, provincie en Rijk?

- In welk gebied en voor welke maatregelen worden deze regelingen aangevraagd?

- Waarom worden regelingen wel of niet aangevraagd, tot in hoeverre worden die gebruikt voor het beoogde doel en wat zijn de geleerde lessen daarvan?

- CBS Dashboard Energiesubsidies Woningen;

- Subsidieregister RVO ISDE;

- Regionale Klimaatmonitor (SVVE); 

- eigen gegevens gemeentelijke en regionale subsidies;

- eigen gegevens en vragenlijsten.

 

Voortgang verminderen van energiearmoede

- Hoeveel huishoudens zijn er geholpen bij het verlagen van de energierekening?

- Hoeveel woningen in deze doelgroep zijn verduurzaamd?

- Waarom heeft de aanpak wel of niet het gewenste effect en wat kunnen we daarvan leren en verbeteren?

- Eigen gegevens over de inzet van armoede/NIP middelen; 

- eigen gegevens en vragenlijsten.

 

Voortgang verduurzaming en aardgasvrij maken VvE’s

- Hoeveel en welke VvE’s werken aan een meerjarig duurzaam onderhoudsplan en met welk doel?

- Hoeveel en welke VvE’s hebben ondersteuning of advies voor verduurzaming aangevraagd via de gemeente?

- Hoe groot is het draagvlak bij VvE’s voor verduurzaming en aardgasvrij worden?

- Waarom werkt de gemeentelijke aanpak richting VvE’s wel of niet goed en wat kan de gemeente hiervan leren?

- Eigen gegevens over aanvragen van advies en ondersteuning; 

- gegevens SVVE uit de lokale klimaatmonitor of het CBS subsidiedashboard;

- eigen gegevens en vragenlijsten.

 

Voortgang van bewonersinitiatieven rond verduurzaming en aardgasvrij maken 

- In welke fase zitten bewonersinitiatieven? Zoals voorbereiding, uitvoering, nazorg.

- Welke voortgang boeken zij?

- Waarom boeken zij wel of geen voortgang en wat kan de gemeente daarvan leren in de aanpak richting bewonersinitiatieven?

- Eigen gegevens over het contact met initiatieven Zonnedorp, de Warmtetappers en coöperatie BEC;

- eigen gegevens en vragenlijsten.

 

Voortgang vermindering energiegebruik en CO2-uitstoot, gemeentebreed

- Hoeveel gas, warmte en elektra verbruikt huishouden, bedrijf of utiliteitsgebouw gemiddeld?

- Hoeveel van dit verbruik bestaat uit duurzame energie?

- Hoeveel CO2- uitstoot komt er uit de gebouwde omgeving?

- Waarom worden de doelen voor verbruik en uitstoot wel of niet gehaald en wat kunnen we daarvan leren?

- Regionale klimaatmonitor; 

- eigen gegevens en vragenlijsten.

Tabel 3: monitoringonderdelen, monitoring- en leervragen en bijbehorende informatiebronnen.

5. Organisatie van de uitvoering

Voor de uitvoering van de monitor stellen we een team samen van een projectleider en een medewerker, beiden 0,3 FTE. Samen verzamelen en analyseren ze de informatie en stellen ze de voortgangsrapportage op. Ze werken hierbij nauw samen met de rest van het projectteam. 

Het managementteam warmte is de intern opdrachtgever van het monitorteam en vormt de begeleidingsgroep. De afstemming gebeurt in deze fasen:

  • Fase 1: bespreken van het proces, de planning, en eventuele aandachtspunten.
  • Fase 3: voorbereiding op de bredere reflectiesessie.
  • Fase 4: bespreken van het concepteindrapport.
  • Fase 5: bespreken van de opvolging.

De Programmamanager Duurzaamheid zorgt daarnaast voor de afstemming met het college van burgemeester en wethouders (B&W) en biedt de voortgangsrapportage met de verantwoordelijk wethouder aan de gemeenteraad aan.

Opvolging resultaten

De gemeente past de plannen aan als de monitorresultaten daar aanleiding toe geven. Heeft dit gevolgen voor het budget, planning of doelen, dan neemt het managementteam van de gemeente hierover een besluit. In andere gevallen beslist het projectteam. 

Het is mogelijk dat de monitor leidt tot een wijziging van het volgende warmteprogramma en/of omgevingsplan. Bijvoorbeeld als er een andere warmteoplossing nodig is omdat de eerdere niet haalbaar bleek, of als de datum voor het einde van aardgaslevering niet haalbaar bleek. Voor vaststelling van het warmteprogramma is een nieuw besluit van het college van B&W nodig. Over het omgevingsplan besluit de gemeenteraad. Wanneer dit nodig is worden zij hierover door het team geïnformeerd via de Programmamanager Duurzaamheid en projectleider van de monitor.  

Meer informatie