Toegankelijkheidslinks Ga naar de hoofdinhoud
NPLW Logo. Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Helpdesk

Milieueffectrapportage (mer) bij het warmteprogramma

Bij het maken van een warmteprogramma moeten gemeenten beoordelen of een milieueffectrapportage nodig is. Een milieueffectrapportage (mer) helpt gemeenten om de milieugevolgen van keuzes in de warmtetransitie in beeld te brengen en deze te onderbouwen. Maar wanneer ben je als gemeente verplicht om een plan-mer of een plan-mer-beoordeling uit te voeren? Hoe pak je dat aan bij het warmteprogramma en bij vervolgstappen in het planproces?

Bouwvakkers leggen warmtenetbuizen aan

De handreiking mer in de warmtetransitie helpt gemeenten om te bepalen of een plan-mer of plan-mer-beoordeling nodig is en wat de inhoudelijke en procedurele eisen zijn. En waar je rekening mee moet houden in de vervolgstappen, zoals het uitvoeringsplan (optioneel) of de wijziging van het omgevingsplan. Samen met de formats en voorbeelden op deze pagina kun je aan de slag met de plan-mer voor het warmteprogramma.

Plan-Milieueffectrapport (MER) en plan-milieueffectrapportage (plan-mer)

Het plan-milieueffectrapport (plan-MER) beschrijft de verwachte milieueffecten van gemaakte keuzes in het warmteprogramma. Denk hierbij aan thema’s als lucht, bodem, geluid, water, landschap, natuur en gezondheid. Plan-MER draagt zo bij aan een zorgvuldige en transparante besluitvorming over het warmteprogramma. En helpt bij het creëren van  draagvlak bij inwoners, ondernemingen en maatschappelijke organisaties. De procedure die hierbij hoort noemen we plan-milieueffectrapportage (plan-mer).

In sommige gevallen wordt een plan-mer-beoordeling toegepast. Een plan-mer-beoordeling is verplicht als het plan ´kaderstellend´ is voor projecten die milieueffecten kunnen hebben, maar de projecten niet mer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn.

Vaak plan-mer-plicht voor warmteprogramma

Bij het opstellen van een warmteprogramma geldt vaak een plan-mer-plicht. Dat geldt vooral bij warmteprogramma’s die kaders stellen voor de ontwikkeling of realisatie van collectieve warmtenetten. Bij het inzetten van all-electric-warmteoplossingen kan sprake zijn van aanzienlijke milieueffecten vanwege bijvoorbeeld geluidshinder. Dan moeten gemeenten hoogstwaarschijnlijk een plan-mer-beoordeling uitvoeren om te bepalen of een milieueffectrapportage nodig is. Meer informatie hierover vind je in de handreiking mer in de warmtetransitie.

Een plan-mer kost tijd, geld en inzet van mensen met inhoudelijke kennis. Houd hier rekening mee als je het traject richting het (vaststellen van het) warmteprogramma voorbereidt.

Is een milieueffectrapportage verplicht?

Een veelgestelde vraag is of een plan-mer verplicht is bij een warmteprogramma. We spreken dan van de zogenaamde plan-mer-plicht. In veel gevallen is het antwoord: ja. Dat geldt met name bij warmteprogramma’s die kaders stellen voor de ontwikkeling of realisatie van collectieve warmtenetten. Ook bij het inzetten van bijvoorbeeld all-electric-warmteoplossingen kan sprake zijn van aanzienlijke milieueffecten. In die gevallen moet de gemeente een plan-mer-beoordeling uitvoeren om te bepalen of een milieueffectrapportage nodig is. 

Stelt het warmteprogramma geen kaders voor warmtenetten en veroorzaken de alternatieve warmtetechnieken naar verwachting geen aanzienlijke milieueffecten? Dan kan het zijn dat er geen plan-mer-plicht of plan-mer-beoordelingsplicht geldt. De gemeente moet dit goed gemotiveerd onderbouwen in het warmteprogramma.

Gebruik het beslisschema uit de Handreiking om te bepalen wat in jouw situatie nodig is. 

Proces: stappen bij een plan-mer en plan-mer-beoordeling

De plan-mer en de plan-mer-beoordeling verlopen via verschillende stappen. Hieronder vind je per procedure een overzicht van de belangrijkste stappen. De exacte aanpak kan per situatie verschillen, maar dit geeft houvast bij het organiseren van het proces.

De plan-mer bij een warmteprogramma bestaat uit 6 stappen: 

  1. bekendmaken van opstellen warmteprogramma, bijbehorende plan-mer uitvoeren en belanghebbenden betrekken via participatie;
  2. vaststellen reikwijdte en detailniveau (zie ook het NRD-format op deze pagina) van de plan-MER;
  3. opstellen van de plan-MER;
  4. vertaling resultaten van plan-MER in ontwerp-warmteprogramma;
  5. tervisielegging van plan-MER bij ontwerp warmteprogramma;
  6. vaststellen warmteprogramma.

Een plan-mer is veel uitvoeriger dan een plan-mer-beoordeling. 

De plan-mer-beoordeling bij een warmteprogramma bestaat uit de volgende stappen: 

  1. beoordeling of sprake is van aanzienlijke milieueffecten;
  2. advies van wettelijke adviseurs;
  3. vastlegging besluit: geen plan-mer (motiveren waarom niet); of

    wel plan-mer (start procedure plan-mer).

Nuttige mer-formats en voorbeelden

Naast de handreiking kun je een aantal praktische formats downloaden over de inhoud en procedure van plan-mer: 

Kijk voor een toelichting op de wettelijke inhoudseisen en invulling van een Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD), plan-mer of plan-mer-beoordeling op de website van IPLO of Commissie mer.

Naast de formats zijn er aandachtspunten en voorbeelden uit de eerste ervaringen van gemeenten met de toepassing van de mer en mer-beoordeling:

Landelijk mer warmteprogramma: verkenning gezamenlijke aanpak

De huidige werkwijze, waarbij iedere gemeente afzonderlijk een MER laat opstellen en beoordelen, kan leiden tot hoge kosten, capaciteitsproblemen bij gemeenten, adviesbureaus en de Commissie mer. Dit vertraagt de besluitvorming over het warmteprogramma. Het NPLW onderzoekt daarom de mogelijkheid van een ‘landelijke mer voor het warmteprogramma’. De landelijke mer moet inzicht gaan bieden in de (te verwachten) milieueffecten van veelvoorkomende wijktypen in combinatie met verschillende warmtealternatieven. Bestaande kennis uit mer-trajecten van koplopergemeenten wordt hierin gebundeld. Gemeenten kunnen deze gegevens uit de landelijke mer vervolgens lokaal verrijken en daarmee sneller, eenvoudiger en kostenefficiënter hun eigen mer of mer-beoordeling uitvoeren. 

De verkenning naar deze landelijke mer is voor de zomer afgerond. Dan zal duidelijk worden op welke moment en op welke wijze gemeenten deze beoogde voordelen kunnen benutten

Het merendeel van de gemeenten werkt nu aan het opstellen van een warmteprogramma dat begin 2026 gereed is voor bestuurlijke besluitvorming. Gemeenten die concrete plannen hebben, zoals het aanleggen van een warmtenet, en deze vastleggen in hun warmteprogramma, adviseren wij nu aan de slag te gaan met de mer. De handreiking helpt gemeenten hierbij op weg.

Meer informatie