Toegankelijkheidslinks Ga naar de hoofdinhoud
NPLW Logo. Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Helpdesk

Participatie bij het warmteprogramma

Gemeenten die aan het warmteprogramma werken moeten hun burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere bestuursorganen al in de voorbereiding betrekken. Dat is vastgesteld in de Omgevingswet en wordt de motiveringsplicht genoemd. In de motivering legt de gemeente uit dat de participatie is verlopen zoals het gemeentelijk participatiebeleid voorschrijft. Is het anders gegaan, dan legt de gemeente uit waarom. Het college van burgemeester en wethouders neemt deze motivering op in het vaststellingsbesluit van het warmteprogramma. Voordat het warmteprogramma wordt vastgesteld, wordt het ter inzage gelegd en kunnen belanghebbenden een zienswijze indienen.

Maak je een participatieplan bij het warmteprogramma, lees dan eerst de handreiking warmteprogramma.

Mensen zitten aan verschillende tafeltjes in een zaal. Twee mannen houden een rood stembordje omhoog.

Waarom participatie?

De wettelijke verplichting (artikel 10.8 van het Omgevinsgsbesluit) is niet de enige reden voor participatie. Het vroegtijdig informeren en betrekken van belanghebbenden bij het warmteprogramma leidt ook tot betere communicatie, duidelijke verwachtingen en betere samenwerking voor de uitvoering. 

Participatieplan

In de voorbereiding van het warmteprogramma maak je het participatieplan. In dit plan van aanpak benoem je concreet ‘hoe’, met ‘wie’, ‘waarom’ en ‘wanneer’ je aan participatie doet. Het participatieplan bestaat uit de volgende elementen:

  • voorbereiding;
  • doelstelling;
  • doelgroepen (wie);
  • participatievraag (wat);
  • participatieactiviteiten.

Voorbereiding

De participatieactiviteiten moeten tijdig plaatsvinden, zodat je de resultaten mee kunt nemen in het warmteprogramma. Controleer daarom wat de beoogde datum is voor de vaststelling van het warmteprogramma en stem met de projectleider af in welke periode de participatie moet plaatsvinden. Raadpleeg in de voorbereiding ook het gemeentelijk participatiebeleid, zodat je hierop aan kunt sluiten. 

Het is in deze fase belangrijk om te weten hoe het is gesteld met het vertrouwen in de gemeente. Lopen er al participatietrajecten in bepaalde wijken? Wat leveren ze op? Zijn er bestaande sociale bewonersnetwerken, bewonersinitiatieven of wijkraden waarbij je kunt aansluiten?

Kijk in de voorbereiding ook of er al iets is gepubliceerd in de lokale media over de warmtetransitie, want de media kunnen grote invloed hebben op een participatietraject. Als je als gemeente regie wilt houden op de communicatie over de warmtetransitie, is het van belang dat je tijdig iets communiceert over de start van een warmteprogramma.

Doelstelling

het gesprek over aan en formuleer de doelstelling. Die kan bijvoorbeeld zijn:

  • het meenemen van de behoeften van bewoners zodat je daar rekening mee kunt houden;
  • het rekening houden met plannen van partners;
  • transparante besluitvorming, duidelijke verwachtingen en een eerlijk proces;
  • start van de dialoog met belanghebbenden over de warmtetransitie en het opbouwen van een relatie;
  • meer vertrouwen in de gemeente;
  • meer betrokkenheid bij de uitvoering.

Alleen informeren is onvoldoende. Voor participatie moet je bewoners raadplegen of laten meedenken.

Doelgroepen

We maken onderscheid tussen professionele stakeholders en bewoners. 

Professionele stakeholders zijn:

  • gemeente-collega’s van andere (relevante) afdelingen;
  • woningcorporaties;
  • netbeheerder;
  • warmtebedrijven;
  • energiecoöperatie(s);
  • formele vertegenwoordigers van huurders en verenigingen van eigenaren (vve’s);
  • maatschappelijke organisaties;
  • ondernemersverenigingen;
  • eigenaren maatschappelijk vastgoed;
  • huurderskoepel;
  • enzovoorts.

Je kunt kiezen of je professionele stakeholders individueel betrekt of in één of meerdere gezamenlijke werksessies. Waar je voor kiest, is mede afhankelijk van de bestaande relatie die je met stakeholders hebt. Ken je elkaar al goed en heb je al regelmatig individueel overleg, dan is een werksessie een goed idee. Wil je eerst beter kennis maken, spreek hen dan individueel. Energiecoöperaties die al ver zijn met hun plannen betrek je als professionele stakeholders, net als de formele vertegenwoordigers van huurders, vve’s en ondernemers. 

Bewoners zijn:

  • particuliere woningeigenaren;
  • huurders van woningcorporaties;
  • Particuliere huurders;
  • vve-bestuurders en –leden;
  • sleutelfiguren;
  • mkb-ondernemers (individueel);
  • bewonersinitiatieven/georganiseerde bewoners;
  • enzovoorts.

Het warmteprogramma is een abstract beleidsstuk, waar veel bewoners niet in geïnteresseerd zijn. Toch is het belangrijk om een open participatieproces te organiseren, dat voor elke bewoner die dat wil, te volgen is. 

Raadpleeg het gemeentelijk participatiebeleid voor specifieke aandachtspunten, bijvoorbeeld over inclusiviteit, digitale vaardigheid of inzet van kanalen. 

Bepaal op welke schaal je bewoners wilt betrekken, bijvoorbeeld:

  • gemeentebreed een open uitnodiging aan iedereen die mee wil doen;
  • specifiek bewoners van wijken die (waarschijnlijk) voor 2035 aan de beurt zijn;
  • een (representatieve) steekproef;
  • vertegenwoordigers van bewoners, bijvoorbeeld belangenorganisaties;
  • bewoners waar je al eerder mee in gesprek bent geweest.

Toets deze keuze bij de projectleider/het projectteam en de bestuurder.

Participatievraag

Professionele stakeholders kun je bijvoorbeeld laten meedenken over:

  • uitgangspunten, door de transitievisie warmte opnieuw te bevragen, aan te laten scherpen en aan te laten vullen;
  • plannen van stakeholders, zoals de plannen in de openbare ruimte van gemeente-collega’s, lange termijn-renovatieplannen van woningcorporaties en de aanpak netcongestie van de netbeheerder;
  • prioritering van de criteria die je gebruikt om te komen tot de een warmteoplossing per buurt en de fasering;
  • onderwerpen waarover nog keuzes gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld fasering, koude, betaalbaarheid en energierechtvaardigheid, invloed van bewoners, positie van energiecoöperaties. 

Bewoners kun je laten meedenken over:

  • uitgangspunten: wat betekent  van het aardgas afgaan voor jou? Wanneer doe je eraan mee? Waar moet de gemeente rekening mee houden zodat het voor iedereen een goed plan wordt? Denk bijvoorbeeld aan betaalbaarheid, duurzaamheid, energierechtvaardigheid, zeggenschap, samenwerken, keuzevrijheid;
  • prioritering van de criteria die je gebruikt om te komen tot de warmteoplossing per buurt en de fasering. Denk aan: overlast tijdens aanleg en gebruik, impact in en om de woning, wooncomfort, ontzorging van bewoners, enzovoorts;
  • input voor de uitvoering: wat moet de gemeente doen om bewoners te informeren en te betrekken bij de warmteoplossing in hun wijk? Hoe kan de gemeente woningeigenaren ondersteunen bij het aardgasvrij maken van hun woning?

Participatieactiviteiten

Er zijn veel participatieactiviteiten mogelijk. Om je op weg te helpen noemen we 3 strategieën. 

Laagdrempelig

Heb je nog weinig contacten met bewoners over de energietransitie en wil je niet alleen de koplopers bereiken? Dan is het nu een goed moment om te beginnen met eenvoudige informatie en korte gesprekken op laagdrempelige plekken in de buurten. Bijvoorbeeld met een koffiekar bij school of de supermarkt. Of door tijdens een wandeling door buurten met verschillende mensen in gesprek te gaan. 

Voortborduren

Ben je al in gesprek met bewoners over de warmtetransitie, bijvoorbeeld in specifieke wijken? Borduur hier dan op voort, door eerdere input mee te nemen of uit eerdere contacten een meedenkgroep te vormen. Vraag via sleutelfiguren, bewonersinitiatieven en bewonersnetwerken wie daaraan wil deelnemen. Ook kun je via de netwerken die je al hebt bewoners interesseren om naar een bewonersavond met thematafels te komen. 

Gemeentebreed

Als je input wilt ophalen bij een breed publiek in de gemeente en bij diverse organisaties, kun je een vragenlijst verspreiden via meerdere kanalen. Houd er rekening mee dat niet iedereen digitaal vaardig  is of wil meedoen aan zo’n vragenlijst. Overweeg dan om mensen op te zoeken bij ontmoetingsplekken  om een gesprek te voeren. Naast het breed ophalen van input, kun je een bewonerspanel instellen, waarvoor je een representatieve steekproef van bewoners selecteert. 

Voorbeelden participatie bij het warmteprogramma