“De regie ligt bij de gemeente, maar vanwege netcongestie is samenwerken steeds belangrijker”
De gemeente Duiven werkt samen met Liander om de netverzwaring en de warmtetransitieplannen van de gemeente beter op elkaar af te stemmen. Ook bepalen ze samen waar en wanneer Liander het elektriciteitsnet verzwaart: “Elkaars organisatie en plannen leren kennen, zorgt voor meer efficiëntie en een afgestemde aanpak per buurt.”
Liander en gemeente Duiven onderzoeken hoe ze het beste samen een duurzaam, betaalbaar en betrouwbaar toekomstig energiesysteem kunnen realiseren. Patrick Begemann, gebiedsregisseur Arnhem-Nijmegen bij Liander, Ellen Pouwels, consultant Lokaal Programmeren bij Liander en Tim Kleingeld, projectmanager energietransitie bij de gemeente Duiven, vertellen over de samenwerking. Tim: “Om netcongestie te voorkomen, in wijken die nog naar een duurzaam warmtealternatief moeten overstappen, is het voor ons én voor Liander interessant om te kijken hoe we dat samen kunnen aanpakken.”
Ellen: “Om gemeenten meer inzicht te geven in ons beeld van het toekomstige energiesysteem, maakte Liander de Handreiking Lokaal Programmeren. In deze Handreiking staat onder andere hoe Liander kijkt naar de warmtetransitie per buurt in de gemeente Duiven. En daarnaast een kaart die de urgentie per buurt aangeeft om het lokale elektriciteitsnet uit te breiden, op basis van verwachtte knelpunten. Dit zijn prognoses. We willen de problemen oplossen voordat ze ontstaan. We zien de kaartjes als gespreksstarters.”
Programmatisch werken aan het warmteprogramma
Liander werkt programmatisch: het versterkt per buurt het laagspanningsnetwerk, afhankelijk van waar dit het hardst nodig is. Een belangrijke factor bij de prioritering, naast de huidige staat van het netwerk, is de warmteoplossing. Een wijk met warmtepompen gebruikt meer elektriciteit, terwijl een warmtenet minder elektriciteit vraagt. Liander neemt de impact van de toekomstige warmteoplossing mee in de prognoses van waar het gaat knellen.
De gemeente Duiven legde een aantal jaar geleden, bij het opstellen van de transitievisie warmte, de plannen voor bij een aantal stakeholders. Daarmee gaf de gemeente Liander, Woningcorporatie Vivare en warmtenetexploitant Vattenfall inzicht in de wijkvolgorde en het tempo. Tim: “Nu gaat het efficiënter, want Liander geeft ons inzicht in wat er nodig is qua middenspanningsruimten bij een bepaalde warmteoplossing en wat hun planning is. Samen met de planning van de verduurzaming van woningcorporaties en de planning van de gemeente voor bijvoorbeeld riolering, kunnen we dit aan de voorkant van het warmteprogramma op elkaar leggen. Zo krijgen we een beeld van waar we willen starten.”
Patrick: “Door samen te programmeren, kunnen we de netten zo efficiënt mogelijk uitrollen. En dat scheelt uiteindelijk op de energierekening van al onze klanten. Ook geven we de gemeente helderheid over in welke buurten het eerst knopen moeten worden doorgehakt over de warmteoplossing.”
Netcongestie en de (on)zekerheid van de plannen
Bij het verzwaren of uitrollen van een net moet je rekening houden met piekmomenten. Patrick: “Bij een warmtenet is er een lagere elektriciteitspiek in de winter, en kan de hoogste piek juist ontstaan in de zomer door zonnepanelen. Ga je dan een net uitrollen op basis van die piek? Of bespreek je aftopmogelijkheden (zodat zonnepanelen niet hun maximale vermogen leveren) of het beter benutten of opslaan van de eigen opwek? Door stroom af te toppen of beter te benutten bespaar je op kosten voor de netverzwaring en wordt de maatschappelijke businesscase van het warmtenet nog beter.”
In de praktijk besluit de gemeenteraad welke warmteoplossing er komt en bepalen inwoners of ze meedoen aan een warmteoplossing. Tim: “Omdat we de go/no-go voor een warmteoplossing pas (te) laat kunnen geven, gingen we in gesprek over wanneer je een bepaald risico accepteert.”
Patrick vult aan: “Om te bepalen hoeveel het elektriciteitsnet uitgebreid moet worden, maken we een brede risico-afweging. Het is niet alleen een financiële of ruimtelijke afweging: één van de grootste uitdagingen is het tekort aan technici die netten aanleggen, en daarom is het onwenselijk om ergens terug te moeten komen. De kern van de buurtaanpak is dan ook per buurt laagspanningsnetten klaarmaken voor de toekomst en daar 40 jaar niet meer terug hoeven komen.”
Voordat Liander gaat investeren in netverzwaring, hebben ze vanuit de gemeente voldoende zekerheid nodig over de gekozen warmteoplossing. Die afweging maakt Liander in afstemming met de gemeente. Ellen: “Je kunt geen 100% zekerheid hebben, want dan ben je reactief bezig op basis van waar het knelt. Maar het moet zekerder zijn dan een tekening in een warmteprogramma waar nog nooit met een inwoner over is gesproken. We willen voorkomen dat je ergens een zwaar elektriciteitsnet neerlegt en er dan toch een warmtenet komt.”
Samenwerken en informatie delen
Om ervoor te zorgen dat de planningen goed op elkaar zijn afgestemd, gaan de gemeente Duiven en Liander bij het opstellen van het warmteprogramma de pilot in de praktijk brengen. Tim: “De regie ligt bij de gemeente, maar vanwege netcongestie is samenwerken steeds belangrijker. Samen gaan we op zoek naar een duurzaam betaalbaar energiesysteem, in een aanpak die we kunnen opschalen.
Aan het begin van zo’n samenwerking is het even zoeken, maar na een tijdje begrijp je elkaars taal en vertrouw je elkaar meer. Hoe meer je deelt, hoe meer je samen stappen kan zetten. Ga vooral ook zelf met je netbeheerder in gesprek, want zij hebben op hun beurt informatie die jij juist nodig hebt om keuzes te maken. Samenwerken werkt beter dan alleen informeren.”
Contact
- Patrick Begemann, patrick.begemann@alliander.com
- Ellen Pouwels, ellen.pouwels@alliander.com
- Tim Kleingeld, info@1stroom.nl
Meer informatie
- Netcongestie
- Handreiking lokaal programmeren | Liander.nl