Kabinet investeert in collectieve warmte
In de Kamerbrief van 10 oktober geeft het kabinet een toelichting op onder andere de oprichting van een nationale deelneming warmte en de invoering van een garantieregeling voor warmtenetten. Sinds de presentatie van de Miljoenennota en Rijksbegroting op 16 september zijn hierin vervolgstappen gezet. Na invoering van de Wet collectieve warmte (Wcw) moeten warmtebedrijven in meerderheid in publieke handen zijn. Met de nationale deelneming warmte en garantieregeling worden publieke organisaties geholpen om hun rol te pakken in collectieve warmte.
In de Kamerbrief komt ook de Lokale Warmtetransitie in Beeld (LWiB) aan de orde. De maatregelen die het Kabinet neemt voor collectieve warmte, komen ook tegemoet aan diverse kansen en belemmeringen die in de LWiB worden genoemd.
Nationale deelneming warmte
Het kabinet wil direct vanaf de inwerkingtreding van de Wcw Energie Beheer Nederland (EBN) aanwijzen als nationale deelneming warmte. Zo moet de publieke uitvoeringskracht worden versterkt en kunnen regionale warmtebedrijven sneller van de grond komen. Voor de opstartfase trekt het kabinet €87 miljoen uit, met nog eens €137 miljoen in reserve. De nationale deelneming mag maximaal 40 procent van de aandelen in een project bezitten. In de Wcw is opgenomen dat de nationale deelneming alleen mag participeren in regionale warmtebedrijven of bedrijven die naar regionaal niveau toegroeien.
Garantieregeling Warmtenetten
Verder komt er een Garantieregeling Warmtenetten (GRW) van €174,5 miljoen waarmee de overheid leningen van warmtebedrijven deels gaat garanderen. Dit moet de toegang tot financiering via leningen verbeteren. De regeling is de invulling van het eerdere idee van een waarborgfonds en gaat op z’n vroegst halverwege 2026 van start.
Planning Wcw
De Wcw, die publieke zeggenschap wettelijk verankert, ligt nu bij de Eerste Kamer. Voordat de wet in werking kan treden moet er nog het een en ander gebeuren. De regels die op grond van de Wcw gelden worden uitgewerkt in het Besluit collectieve warmte (Bcw) en een ministeriële regeling.
Het Bcw gaat waarschijnlijk eind dit jaar naar de Autoriteit Consument & Markt (ACM) voor een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets. Daarna gaat het Bcw medio 2026 naar de Raad van State. Ook schrijft de Wcw een voorhangprocedure voor bij de Tweede en Eerste Kamer over de tariefregulering voor collectieve warmtevoorzieningen en kleine collectieve warmtesystemen. Naar verwachting nemen deze stappen voor het Bcw en de ministeriële regeling het grootste deel van 2026 in beslag.
Een aantal artikelen treden - naar verwachting - onafhankelijk van het Bcw en de ministeriële regeling eerder in werking. Het gaat onder meer om de bevoegdheid van de minister om een nationale deelneming aan te wijzen.
Meer informatie
- Kamerbrief: Actualisatie collectieve warmte naar aanleiding van Prinsjesdag | Rijksoverheid.nl
- Lokale Warmtetransitie in Beeld 2025: Gemeenten werken volop aan warmteprogramma's; uitvoering blijft complex