Specifieke Uitkering lokale aanpak isolatie (SpUk LAI)
De SpUk LAI is een regeling om een isolatieprogramma op te zetten voor koopwoningen. Daarmee verbeter je slecht-geïsoleerde woningen - energielabel D, E, F of G - van eigenaren die moeite hebben dit uit eigen middelen te doen.
Opzetten isolatieprogramma
Energiearmoede
In de basis is er € 1.790 tot € 2.510 gemiddeld per woning. Dit betreft hetzelfde bedrag als gemiddeld per woning in de 1e en 2e tranche. Gemeenten met relatief veel kwetsbare woningeigenaren en complexe problematiek krijgen de beschikking over de meeste middelen per woning.
Totaal beschikbaar 3e tranche: € 471 miljoen voor het isoleren van ruim 213 duizend woningen. Van de € 471 miljoen in de 3e ronde is € 25,5 miljoen bestemd voor doe-het-zelfmaatregelen en € 13,4 miljoen voor gemeenten die extra woningen kunnen verduurzamen.
Gemeenten hebben veel vrijheid om te bepalen hoe zij de middelen inzetten. Bijvoorbeeld hoeveel zij inzetten op ondersteuning & advies en hoeveel op maatregelen zelf. Van belang is dat het aantal woningen waarvoor een gemeente een aanvraag indient om die te isoleren daadwerkelijk wordt gehaald.
De woningen die geïsoleerd worden, moeten een laag energielabel hebben (D of lager) of een vergelijkbare energetische staat (minimaal twee slecht geïsoleerde bouwdelen). Voor vve’s kan ook op gebouwniveau vastgesteld worden of er sprake is van twee slecht-geïsoleerde bouwdelen.
80% van de slecht geïsoleerde woningen die je isoleert, moet een lagere WOZ-waarde hebben dan de gemiddelde WOZ-waarde van alle koopwoningen in de gemeente.
Meer informatie over de SpUk LAI vind je op de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Je kunt de subsidie hier ook aanvragen.
3e tranche van de SpUk LAI
Waarvoor vraag je de SpUk LAI aan? Wat is er veranderd ten opzichte van de 1e 2 tranches? En waar moet je op letten? Bekijk 't in onderstaande video.

Veelgestelde vragen
Dit overzicht met antwoorden op veelgestelde vragen is opgesteld naar aanleiding van het online vragenuur van 31 maart 2025. De inhoud is van toepassing op gemeenten in de warmtetransitie.
Planning & verplichtingen
Moet het geld voor 2025 volledig zijn besteed, of alleen worden aangevraagd?
Het bedrag moet uiterlijk eind juni 2025 zijn aangevraagd. Besteding mag tot en met eind 2028, voor alle tranches.
Mogen maatregelen ook in 2026 of 2027 worden uitgevoerd?
Ja, zelfs tot en met 2028, voor alle tranches.
Wat gebeurt er als het geld niet tijdig uitgegeven wordt?
Er bestaat dan een kans op terugbetaling. Er kan wel 2 keer een (gemotiveerd) verzoek tot een jaar verlenging worden gedaan.
Financiën & verantwoording
Mag je personeelskosten van de gemeente opvoeren?
Ja, zolang het gaat om direct toerekenbare uren aan de uitvoering van de regeling.
Hoe moet je verantwoording afleggen als je met meerdere gemeenten samenwerkt?
Iedere gemeente is verantwoordelijk voor de verantwoording van de middelen die zij hebben ontvangen. De verantwoording kan dus niet lopen via één gemeente als er meerdere gemeenten samenwerken.
Hoe gedetailleerd moet de aanvraag zijn?
Als er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de aanvragen van vorige tranches, hoef je geen nieuwe informatie over de aanpak aan te leveren. Wel vraag je dus het aantal woningen aan voor de 3e tranche en eventueel ook de middelen specifiek voor doe-het-zelf.
Geldt de ophoging van de WOZ-waarde ook voor tranche 1 en 2?
Ja, de hogere WOZ-waarde geldt ook voor tranche 1 en 2. Maar je hoeft niet de nieuwe waarden te gebruiken. Als je de oude WOZ-waarde gebruikt, zit je altijd goed. Gemeenten kiezen zelf de maximale WOZ-grens waar 80% van de te verbeteren woningen onder vallen. Dit doet een gemeente door te kiezen uit een waarde, die:
- lager is dan de gemiddelde WOZ-waarde van alle koopwoningen in de betreffende gemeente, uitgaande van de waarde die is opgenomen in de laatste kolom van bijlage A van de regeling;
- of lager is dan € 477.000 (NHG-grens 2024).
Mag je oude en nieuwe WOZ-waardes door elkaar gebruiken?
Dat mag, maar het is niet aan te raden. Beter is om op één moment over te stappen naar de nieuwe waarde, bijvoorbeeld vanaf een bepaalde aanvraagdatum.
Welke WOZ-waarde geldt: die van 2024 (peildatum 1-1-2023) of die met peildatum 1- 1-2024?
De regeling noemt welke WOZ-waarde geldt. De peildatum per woning mag de gemeente zelf bepalen, bijvoorbeeld 2022, 2023 of 2024. De regeling stelt de norm waaraan de WOZ-waarde van de woningen moeten worden getoetst, de gemeente kiest de peildatum van de woningen die worden verbeterd.
Welke WOZ-peildatum moet je gebruiken?
De peildatum van de woningen die worden verbeterd, mag de gemeente zelf bepalen. De WOZ-waarde waaraan moet worden getoetst of 80% daaronder valt, staat in de regeling vermeld.
Kun je als gemeente de Landelijke Voorziening WOZ gebruiken voor WOZ-waardes op adresniveau?
Ja, dat wordt binnenkort officieel vastgelegd in een wijziging van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ. Gemeenten kunnen deze voorziening dan gebruiken voor hun lokale aanpak.
Moet je motiveren hoeveel extra woningen je aanvraagt, of wordt dat evenredig verdeeld?
Nee, motiveren hoeft niet. Gemeenten geven zelf een aantal op tot maximaal 30% extra bovenop de voor hun gereserveerde woningen. Daarna kijkt RVO naar het totaal aantal aanvragen en verdeelt het beschikbare aantal woningen naar rato.
Doe-het-zelf
Mag je het reguliere budget ook inzetten voor doe-het-zelf?
Ja, dat mag. Het reguliere budget mag je ook gebruiken voor doe-het-zelfmaatregelen. Het specifieke doe-het-zelfbudget (€25,5 miljoen in de 3e tranche beschikbaar voor alle gemeenten) móet je volledig aan doe-het-zelf besteden. Het reguliere budget mag je ook aan doe-het-zelf besteden.
Wat is het verschil tussen het reguliere budget en het specifieke doe-het-zelfbudget?
Het reguliere budget moet je inzetten volgens de eisen van isolatieniveaus en oppervlakte-eisen (voor 10% van de woningen geldt een uitzondering op de oppervlakte-eisen). Het doe-het-zelfbudget hoeft daar niet aan te voldoen en is flexibeler in te zetten. Wél telt een woning dan niet mee in het verplichte aantal woningen. Het kan dus slim zijn om bij deze middelen dezelfde eisen te stellen als bij het reguliere budget, zodat deze woningen ook mee kunnen
tellen voor het aantal te halen woningen.
Tellen doe-het-zelfwoningen mee in de verantwoording?
Alleen als ze voldoen aan de gestelde eisen (isolatiewaarde en oppervlak). Anders mag je het budget vrij inzetten voor de ondersteuning van doe-het-zelf, maar tellen de woningen niet mee voor het te halen aantal woningen.
Combinatie met andere regelingen
Kun je verschillende regelingen combineren, zoals NIP, ISDE en SVVE?
Ja, dat mag voor deze regelingen.
Voor de stedelijke focusgebieden is een aparte subsidie. Hoe verbind je deze met de SpUk LAI?
Voor de NPLV-gebieden (zie: Gebieden | Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid) zijn aparte regelingen. Deze regelingen (zie: Regelingen | Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid) kun je binnen de gemeente in de aanpak stapelen.
Doelgroepen & vve's
Wordt er gekeken naar specifieke doelgroepen?
Ja, met name eigenaar-bewoners met laag inkomen en/of woning met label D tot en met G.
Mag je het geld gebruiken voor bewonersbegeleiding voor vve’s?
Ja, dat mag als het om gemengde vve’s gaat met twee slechte bouwdelen.
Activiteiten & inzet middelen
Is het mogelijk energiecoaches, klushulpen of andere vormen van ondersteuning in te zetten?
Ja, dit valt onder bewonersbegeleiding en is subsidiabel.
Is het mogelijk de aanvraag te wijzigen na indiening?
Ja. Grote wijzigingen graag in overleg met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Kleine wijzigingen hoeven niet altijd gemeld te worden.
Mogen doe-het-zelfmiddelen ook gebruikt worden voor campagnes, of alleen voor maatregelen?
Ze mogen voor campagnes en maatregelen worden gebruikt, zonder een verplicht aantal woningen. Het moet wel gericht zijn op doe-het-zelf.
Overig
Kun je bij een woning per tranche isolatiemaatregelen treffen (dus in totaal 3 keer)?
Ja, dat kan, maar elke woning telt maar één keer mee. Het is heel positief als er meerdere maatregelen per woning worden getroffen. Met een compleet aanbod, inclusief financiering van het Warmtefonds is dit heel wenselijk. Maar de woning telt slechts één keer mee in de verantwoording.
Is de 30% aan extra woningen van toepassing op alle tranches samen?
Nee, die geldt alleen voor tranche 3. Van het aantal aan te vragen woningen in tranche 3 mag je een extra aanvraag doen tot maximaal 30% van dit aantal aan te vragen woningen.
Mag iedere gemeente 30% extra woningen aanvragen, en hoeveel worden er uiteindelijk toegekend?
Ja, elke gemeente mag tot 30% extra woningen aanvragen. Hoeveel woningen daadwerkelijk worden toegekend, hangt af van het totaal aantal aanvragen en hoeveel woningen er te verdelen zijn. De verdeling gebeurt naar rato van het aantal extra aangevraagde woningen per gemeente en pas nadat alle aanvragen binnen zijn.
Wat als je je doelstellingen hebt behaald en er zijn middelen over?
Dan mag je die inzetten voor extra woningen of extra maatregelen per woning. Dit moet wel conform de eisen van de regeling gebeuren, dus ten behoeve van lage labels en lage WOZ-waarden en aan de maatregelen zoals bedoeld in de regeling.
Aanvraagprocedure (RVO)
Waar vind je het bedrag per extra woning, en is dat bedrag voor elke gemeente gelijk?
Het bedrag per extra woning staat in bijlage 4, kolom 6. Dit is geen vast bedrag, het verschilt per gemeente. De hoogte hangt af van factoren zoals het aantal woningen in focusgebieden, grensregio’s of het aandeel kwetsbare koopwoningen. Gemeenten met extra opgaven hebben daardoor een hoger bedrag per woning gekregen. Een uitgebreide toelichting hierover is te vinden in de toelichting van de regeling over de extra middelen voor de collectieve aanpak van kwetsbare dorpen en wijken die in 2023 aan het budget voor de lokale aanpak zijn toegevoegd.