Toegankelijkheidslinks Ga naar de hoofdinhoud
NPLW Logo. Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Helpdesk

NPLW ontwikkelt bouwstenen voor de milieueffectrapportage (MER) bij het warmteprogramma

31 juli 2025

Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) werkt aan verschillende producten die gemeenten ondersteunen bij het opstellen van de milieueffectrapportage (MER) bij het warmteprogramma. Met deze producten kunnen gemeenten sneller, eenvoudiger en goedkoper voldoen aan hun mer-plicht en mer-beoordelingsplicht. Daarnaast draagt het bij aan zorgvuldige besluitvorming door gemeenten, wat het risico op vertraging in latere fasen in het planproces verkleint.

Wat wordt er ontwikkeld?

Wij streven ernaar om begin 2026 de volgende producten gereed te hebben. 

  • Bouwstenen voor de MER: Enkele grote gemeenten, waaronder Utrecht, hebben al zelfstandig een MER opgesteld, of zijn daarmee gestart. Deze bevatten waardevolle informatie over wijktypologieën en warmtealternatieven. Tegelijk ontbreken er nog wijktypologieën en warmtealternatieven voor gemeenten in een landelijk gebied met lintbebouwing, dorpskernen en/of verspreide bebouwing in het buitengebied. Door de ontbrekende kennis aan te vullen en de bestaande kennis te verrijken tot generieke bouwstenen, ontstaat een hulpmiddel dat gemeenten kunnen gebruiken bij de MER of mer-beoordeling. De bouwstenen bieden inzicht in de verwachte milieueffecten per wijktype, in combinatie met verschillende warmtealternatieven. Ze kunnen worden aangevuld met lokale informatie, zoals milieuverontreiniging, monumenten en Natura 2000-gebieden.
  • Standaard opdrachtomschrijvingen: Er wordt een standaard opdrachtomschrijving ontwikkeld voor het aanbesteden en opstellen van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en de MER bij het warmteprogramma.
  • Inzicht in reikwijdte en detailniveau per stap in het planproces: Er komt helderheid over welk detailniveau en welke reikwijdte passend zijn bij elke fase van het gemeentelijke planproces, zoals de omgevingsvisie, het warmteprogramma, het uitvoeringsplan en het omgevingsplan.

We verwachten eind 2025 al de eerste bouwstenen en standaard opdrachtomschrijvingen beschikbaar te kunnen stellen. Dit biedt gemeenten de mogelijkheid om gefaseerd gebruik te maken van de ondersteuning.

Waarom is dit belangrijk?

De huidige werkwijze waarbij elke gemeente afzonderlijk een MER laat opstellen en beoordelen – leidt tot hoge kosten en capaciteitsdruk bij gemeenten, adviesbureaus en de Commissie mer. Dit kan de besluitvorming over het warmteprogramma vertragen. De nieuwe producten maken het mogelijk om efficiënter en effectiever te werken, met behoud van zorgvuldigheid.

Wat betekent dit voor jouw gemeente?

Werk je als gemeente aan een warmteprogramma dat begin 2026 wordt vastgesteld? En neem je daarin concrete plannen op, zoals de aanleg van een warmtenet of het bepalen van een voorkeursvolgorde van wijken? Dan is het belangrijk dat jouw gemeente start met de mer of mer-beoordeling. Zo ben je goed voorbereid en kun je tijdig de juiste stappen zetten voor een succesvolle uitvoering. 

Voor meer informatie kun je gebruikmaken van de handreiking MER in de warmtetransitie of van de video met een toelichting over de mer in de warmtetransitie. Ook kun je gebruik maken van het bestaande MER van de gemeente Utrecht, waar generieke elementen voor veelvoorkomende wijktypen en bronnen in te vinden zijn.

Waarom ontwikkelt NPLW geen landelijke MER?

Er is onderzocht of het mogelijk is om één landelijke MER te laten uitvoeren, waarnaar gemeenten kunnen verwijzen als zij zelf een warmteprogramma opstellen. De Omgevingswet (artikel 16.37) biedt namelijk de mogelijkheid om naar een MER van een ander bestuursorgaan te verwijzen zodat milieueffecten niet opnieuw moeten worden onderzocht. Zo heeft de wetgever onderzoekskosten willen beperken. Dit blijkt in de praktijk niet haalbaar. Een landelijke MER vereist namelijk een nationaal plan of programma als basis en het detailniveau van zo’n landelijke MER moet aansluiten op de lokale keuzes van gemeenten in hun warmteprogramma’s. Momenteel ontbreekt een nationaal plan of programma dat als basis kan dienen voor een landelijke MER. Het is ook niet haalbaar om een dergelijk plan te ontwikkelen dat zowel binnen de bevoegdheden van het Rijk valt als aansluit bij het benodigde detailniveau voor lokale warmteprogramma’s. 

Meer informatie

Zodra de bouwstenen beschikbaar zijn, publiceren we die op de NPLW-website. Blijf op de hoogte via de NPLW-nieuwsbrief en ons LinkedIn-kanaal.

Relevant nieuws

Webinar

Terugkijken webinar over financieren lokale warmtetransitie

Op 4 juli 2025 organiseerde NPLW een webinar over de financiering van de lokale warmtetransitie. Jan van Beuningen van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Ruud Cino van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) bespreken wat de klimaatplannen uit de Voorjaarsnota betekenen voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving. Ze gaan in op hoe onder meer de middelen uit het Klimaatfonds ingezet worden. En wat gemeenten kunnen verwachten over de CDOKE-middelen.

17-07-2025
Terugkijken webinar over financieren lokale warmtetransitie
Subsidie

KGG handhaaft basisbedrag uitvoeringsmiddelen

Gemeenten en provincies krijgen de komende jaren ten minste het bedrag dat zij voor 2025 van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) voor uitvoeringsmiddelen ontvingen. Dat schrijft demissionair minister Sophie Hermans (KGG) in een brief van 16 juli 2025. Hiermee onderstreept de minister de grote verantwoordelijkheid die gemeenten en provincies hebben in de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid.

17-07-2025
KGG handhaaft basisbedrag uitvoeringsmiddelen
Kamerbrief

Energiezuiniger bouwen en nieuw energielabel door implementatie Europese richtlijn

In 2026 moet de 3e herziening van de Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen, Energy Performance of Building Directive (EPBD IV), zijn omgezet in nationaal beleid. Het doel van de EPBD IV is dat de gebouwde omgeving in 2050 emissievrij is. Dit gebeurt onder meer door andere eisen voor nieuwbouw, het verbeteren van bestaande woningen en utiliteitsbouw en een verbeterd energielabel. Vandaag informeerde minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de Tweede Kamer over hoe Nederland de richtlijn gaat omzetten. Hierbij komen geen nationale koppen op de Europese regels.

14-07-2025
Energiezuiniger bouwen en nieuw energielabel door implementatie Europese richtlijn
Bekijk alle nieuwsberichten