Woningcorporatie SallandWonen stelt SMP op met behulp van vrijwilligers
Voor het na-isoleren van woningen is vaak een ontheffing nodig op de omgevingswet. Met een soortenmanagementplan (SMP) kan een ontheffing verkregen worden voor een groter gebied. Het opstellen van SMP’s duurt 2 tot 3 jaar, kost veel geld, en er zijn veel ecologen voor nodig. Woningcorporatie SallandWonen pakte het anders aan, vertelt projectleider Jos Wolfkamp. “Mede door de inzet van 30 vrijwilligers is het SMP mogelijk.”
Olst-Wijhe
18.835

Toelichting bij deze afbeelding
In 2018 nam SallandWonen deel aan een pilot van de provincie Overijssel die een oproep voor vastgoedorganisaties had geplaatst om een SMP op te stellen: “Na het uitvoeren van ecologisch onderzoek en het opstellen van het SMP, kregen we in 2021 een generieke ontheffing voor 10 jaar voor ons woningbezit. Onze verduurzamingsprojecten zijn nu flexibeler te plannen, omdat we niet meer afhankelijk zijn van ecologisch onderzoek per project, de capaciteit van ecologen, de ontheffings-aanvraag en de afgifte van ontheffingen.”
Na-isolatie en SMP's:
Het na-isoleren van woningen moet op een natuurvriendelijke manier, waarbij er rekening wordt gehouden met beschermde diersoorten volgens de Omgevingswet (was Wet natuurbescherming). In een SMP wordt met ecologisch onderzoek gekeken wat nodig is om per gebied diersoorten in stand te houden. Meestal levert een SMP een 10-jarige generieke ontheffing op de Omgevingswet op.
Vrijwilligers als oplossing voor het capaciteitstekort
Het grootste deel van het onderzoek is uitgevoerd door een ecologisch adviesbureau. Jos: “Zij waren verantwoordelijk voor het plan van aanpak, het ecologisch onderzoek, het opstellen van het SMP en de aanvraag voor de generieke ontheffing. 2 jaar lang is er met diverse veldmedewerkers van een ecologisch adviesbureau onderzoek gedaan naar de (kraam)verblijfplaatsen van vleermuizen, huismussen, gierzwaluwen en overige broedvogels en zoogdieren.”
SallandWonen zette vrijwilligers in voor taken waar geen specialistische kennis voor nodig was, omdat dit versnellend en kostenbesparend werkt. Zo zochten de ecologen eerst naar de kraamverblijfplaatsen, en daarna telden de vrijwilligers iets na zonsondergang hoeveel vleermuizen (uitvliegers) eruit vlogen.” Een deel van de vrijwilligers is werkzaam als collega bij SallandWonen en een deel is gevonden buiten de organisatie. “Al snel hadden we 30 enthousiaste vrijwilligers. Sommige vrijwilligers waren erg deskundig, en konden andere vrijwilligers cursussen geven.” Daarnaast gaven 2 afdelingen van het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid (IVN) uit de gemeente Raalte en de gemeente Olst-Wijhe input voor de verblijfplaatsen van gierzwaluwen.
Ook nu helpen de vrijwilligers nog bij de jaarlijkse monitoring, door te kijken of de dierpopulaties in stand blijven, en hoe ze zich ontwikkelen. Het tellen van vleermuizen doen we volgens de vleerMUS methode van de zoogdiervereniging. “Vrijwilligers fietsen jaarlijks 3 keer een route met een batlogger die alle vleermuisgeluiden opneemt. De vleermuisgeluiden worden vervolgens door de zoogdiervereniging geanalyseerd. Op basis van deze jaarlijkse monitoring kunnen we de ontwikkeling van soorten en aantallen vleermuizen volgen. Het tellen van vogels doen we met de meetbare urbane soort methode (mus-methode) van Sovon. Vrijwilligers tellen op 3 telmomenten in het voorjaar op 12 locaties in het postcodegebied alle vogels die ze zien en horen.”
Goed contact met de provincie
Het bevoegd gezag voor de Omgevingswet, in dit geval de provincie, verleent ontheffingen en ziet erop toe dat de natuur beschermd wordt. “We onderhielden nauw contact met de provincie, omdat dit onderdeel was van de pilot en zodat ons SMP aan de voorwaarden voldoet. Nu hebben we jaarlijkse terug- en vooruitblikmomenten. Deze bijeenkomsten mis je als je aparte ontheffingsaanvragen doet. We zitten aan tafel en delen open onze gegevens en problemen. De provincie zoekt heel pragmatisch naar oplossingen. Deze aanpak scheelt ook de provincie capaciteit.”
Gemeenten en woningcorporaties samen één SMP
Tijdens deze pilot waren de Rijksmiddelen voor het opstellen van een SMP nog niet beschikbaar, waardoor samenwerking met de gemeenten Raalte en Olst-Wijhe niet haalbaar was. SallandWonen zou het nu zeker aanraden aan woningcorporaties en gemeenten om samen te werken aan een SMP.
“Voor particulieren is een SMP de oplossing om de woning natuurvriendelijk te verduurzamen zonder veel extra kosten voor ecologisch onderzoek. De gemeente kan haar bewoners ontzorgen met een SMP, zodat ze kunnen verduurzamen zonder dat dit ten koste gaat aan verblijfplaatsen voor dieren. Ook voor diersoorten is een SMP daarom veel beter, omdat het een gebiedsgericht plan is met het doel om diersoorten in stand te houden.
Om meer vaart te maken en samen te werken, moeten gemeenten en woningcorporaties vooral samen het initiatief nemen om een SMP opstellen. Een SMP versnelt het proces van verduurzamen, is goed voor de natuur en heeft ook financiële voordelen. Vergelijk de kosten (en capaciteit) van 10 jaar lang individuele ontheffingsaanvragen eens met de kosten van één SMP. Vaak is een discussie over de kostenverdeling tussen gemeenten en corporaties nog een belemmering. Maar daar moet je uit kunnen komen. Een kostenverdeling op basis van woningen van particulieren en corporaties lijkt me een reële optie.”
Nadat dit interview plaatsvond, heeft het Kabinet de landelijke werkwijze natuurvriendelijk isoleren aangekondigd. Woningeigenaren kunnen zonder ecologisch onderzoek en een omgevingsvergunning hun woning laten isoleren door een isolatiebedrijf dat natuurvriendelijk isoleert. Op de lange termijn werken gemeenten en provincies toe naar een soortenmanagementplan (SMP). Daarmee kunnen gemeenten een omgevingsvergunning aanvragen bij de provincie, waar onder andere woningeigenaren dan gebruik van kunnen maken. Woningcorporatie SallandWonen heeft dit traject al doorlopen en beschikt sinds 2021 over een SMP met een ontheffing voor 10 jaar.