Het isoleren van een gebouw kan per bouwdeel zoals een dak of vloer of via een integrale aanpak. Vaak zijn verschillende isolatiemaatregelen nodig om de warmtevraag terug te brengen of het comfort te verbeteren.
Bijna alle isolatiematerialen hebben een lage impact op het milieu. Alleen gespoten PUR-schuim met HFK’s als blaasmiddel en schapenwol zijn aanzienlijk slechter voor het milieu dan de andere materialen. Verder is het aan te raden om isolatiematerialen niet aan te brengen met lijm of als vastklevend schuim. Dat maakt recyclen moeilijker als de materialen later worden weggehaald. De milieubelasting van de materialen voor kierdichting is relatief laag.
Hellend dak
Isoleren bij een hellend dak is in veel gevallen mogelijk. Een eigenaar-bewoner kan zelf de binnenzijde isoleren. Aandachtspunt hierbij is het aanbrengen van een dampremmende laag. Zo voorkom je vochtschade. De buitenzijde isoleren is ingrijpender, omdat het dak hoger wordt en bestaande aansluitingen op de dakrand misschien niet meer passen. Als het om een individuele, niet vrijstaande, woning gaat, moet er ook een goede aansluiting op het dak van de aangrenzende woningen worden gemaakt.
Plat dak
Isoleren bij een plat dak wordt bij voorkeur aan de buitenzijde gedaan. Bij platte daken is er een groter risico op vochtschade door inwendige condensatie. Om dit te voorkomen is het belangrijk om aandacht te besteden aan de dampremmende laag, zeker als er al een isolatielaag op het dak ligt. Bij het isoleren van een plat dak, wordt het dak hoger. Er moet dus een goede aansluiting op de bestaande dakrand worden gemaakt - of een nieuwe dakrand - en een aansluiting op de buurwoningen.
Vloer begane grond
Als er een kruipruimte is, dan kan de vloer aan de onderkant worden geïsoleerd met gangbare isolatiematerialen of met thermokussens. Bij een vochtige kruipruimtebodem kan ook de bodem worden afgedekt. Dat bespaart extra energie. Als er geen kruipruimte is zijn de mogelijkheden beperkt. De vloer kan dan worden vervangen door een geïsoleerde vloer. Een andere optie is om van bovenaf een dunne isolatielaag op de vloer aan te brengen. Beide zijn ingrijpende maatregelen, met overlast voor bewoners.
Gevel
Spouwmuurisolatie is relatief goedkoop en eenvoudig. Je bereikt er alleen geen hele hoge isolatiewaarden mee. Het is ook mogelijk aan de buitenzijde te isoleren, maar dat is kostbaar. Daarnaast verandert het uiterlijk van het gebouw door de isolatie. Is isoleren aan de buitenzijde niet mogelijk? Dan kan isolatie aan de binnenzijde in combinatie met na-isolatie van de spouw een goede isolatiewaarde opleveren. Isoleren aan de binnenzijde is een ingrijpende maatregel voor bewoners vanwege de overlast en omdat de ruimte in de woning kleiner wordt.
Ramen
Warmteverlies via ramen beperk je door het plaatsen van HR++ glas of drievoudig (triple) glas. Triple glas isoleert het beste. Als dat niet in de bestaande kozijnen past - en de kozijnen niet om een andere reden vervangen hoeven te worden - is HR++ glas het beste alternatief. Dit is dubbel glas dat extra goed isoleert. Voor monumentale panden is er speciaal isolerend monumentenglas.
Dichten van naden en kieren
Als je gaat isoleren is het verstandig om ook meteen de luchtdichtheid van de buitenschil te verbeteren. Dat betekent het dichten van naden en kieren, bijvoorbeeld bij de dakaansluiting. Maar ook het aanbrengen van naad- en kierdichting bij nieuwe kozijnen. Als aan de binnenkant van de constructie een dampremmende laag moet worden aangebracht, moet deze ook luchtdicht zijn.
Het is belangrijk dat het gebouw voldoende geventileerd wordt. Ook is het belangrijk om zoveel mogelijk te voorkomen dat er doorbrekingen van de isolatieschil zijn. Dit noemen we koudebruggen. Koudebruggen veroorzaken energieverlies en vergroten het risico op vochtschade in het gebouw.
Meer informatie