Hoe vol is jouw glas?
Met respect kijk ik naar mijn opdrachtgevers; de ministeries van Klimaat en Groene Groei en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, en ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg. Zij werken gezamenlijk hard aan het verbeteren van de randvoorwaarden voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. De afgelopen maanden zijn onderzoeken afgerond, regelingen ontwikkeld of aangepast en verschenen kamerbrieven. Ook ontvouwde de minister van Klimaat en Groene Groei haar klimaatplannen en is de Voorjaarsnota gepubliceerd. Een willekeurige greep uit wat terug te lezen valt.

Voorjaarsnota: ondersteuning blijft
Uit de Voorjaarsnota blijkt dat we als NPLW tot en met 2030 de middelen krijgen om ons werk te blijven doen. De gemeenten kunnen dus blijven rekenen op onze steun bij het pakken van regie in de lokale warmtetransitie. Geen overbodige luxe, want de warmtetransitie is complex en het scheelt gemeenten tijd en geld als ze niet zelf het wiel hoeven uit te vinden.
Ook blijven onder meer het Warmtefonds en de middelen voor de doorontwikkeling van bestaande energieloketten (het Energiehuis) bestaan. Hier kunnen onder andere huiseigenaren terecht voor onafhankelijk advies en begeleiding voor het verduurzamen van hun woning. Maar de gemeenten krijgen helaas niet de structurele, extra financiële middelen om de doelen voor de verduurzaming van hun gebouwen te bereiken. Het onderzoek van de Raad voor Openbaar Bestuur onderstreept de noodzaak van deze middelen.
Warmtenetten: meer mogelijkheden
Minister Hermans schrijft in haar brief aan de Tweede Kamer, van 17 april, hoe het Rijk gemeenten gaat stimuleren om warmtenetten te ontwikkelen. Er komt een eerlijke en kostengebaseerde tariefregulering en (relatieve) prijsgarantie. Dat gaat zorgen voor een aantrekkelijke prijs voor warmte, zowel voor de leverancier als voor de bewoner. Ook worden de subsidieaanvragen voor investeringen in warmtenetten, warmtebronnen en inpandige kosten eenvoudiger en passender bij de dagelijkse praktijk.
Het realiseren van voldoende publieke uitvoeringskracht vraagt tijd en geld. De bestaande private warmtebedrijven kunnen niet zomaar worden overgenomen. Met EBN en verschillende provincies wordt gekeken naar de ontwikkeling van regionale warmtebedrijven die kunnen investeren in nieuwe warmtenetten. Tot slot levert de geactualiseerde PBL Startanalyse gemeenten waardevolle basisinformatie bij het opstellen van hun warmteprogramma. Het helpt hen bij het maken van keuzes voor wijken en buurten: warmtenetten of warmtepompen?
Halfvol of halfleeg?
Bij het lezen van alle stukken en persberichten hierover zie ik gemengde gevoelens: opluchting én teleurstelling. Hoe ga je hiermee om? Is voor nu het glas halfvol of halfleeg? Ja, het kan beter en het moet sneller. Maar laten we vooral ook trots zijn op wat er al wél ligt en is bereikt. Laten we voorwaarts blijven gaan, successen vieren en van elkaar leren over wat wél kan. We zien je graag terug op onze doe-bijeenkomsten. Zoals de Impulsdag Isoleren (13 mei) of de Impulsdag Warmtenet (19 juni). Daar vertrek je niet alleen geïnspireerd, maar ook met concrete plannen voor je gemeente.
Maureen van Eijk, directeur NPLW
Meer informatie
- Kamerbrief actualisatie randvoorwaarden collectieve warmte | Rijksoverheid.nl
- Voorjaarsnota 2025 | Rijksoverheid.nl