Amsterdam en Nijmegen zetten eerste stappen naar oprichting publiek warmtebedrijf
Het college van burgemeester en wethouders in zowel Amsterdam als Nijmegen heeft plannen om een publiek warmtebedrijf op te richten. In de hoofdstad onderzoekt men samen met Alliander en Energiebeheer Nederland de mogelijkheden om voor grote delen van Amsterdam warmtenetten te ontwikkelen. Gemeente Nijmegen wil samen met Firan en het Innovatie- en Energiefonds Gelderland een warmtenet aanleggen naar stadsdeel Dukenburg. De gemeenteraad in Nijmegen moet nog een definitief standpunt innemen.

Toelichting bij deze afbeelding
Voor beide initiatieven geldt dat de warmtebedrijven in overheidshanden komen. Hiermee richten de projecten zich op haalbaarheid én betaalbaarheid voor inwoners. In Nijmegen is er binnen het warmtebedrijf een aandeel gereserveerd voor inwoners die zich in een bewonerscoöperatie willen verenigingen. Amsterdam wil voor eind 2025 duidelijkheid hebben op concrete vervolgstappen.
Proeftuin Dukenburg
Stadsdeel Dukenburg is een zogenoemde proeftuin aardgasvrije wijken met ruim 2.400 woningen uit de jaren ’60 en ‘70. In 2018 kreeg Dukenburg een rijksbijdrage om te leren hoe de wijkgerichte aanpak voor de warmtetransitie kan worden ingericht en opgeschaald. In de 66 proeftuinen in Nederland testen gemeenten verschillende technieken en methoden. Het NPLW monitort de voortgang bij de proeftuinen.
Publiek warmtebedrijf onder de Wcw
Een warmtebedrijf is nodig om een warmtenet aan te leggen en te exploiteren, en gebouwen te voorzien van warmte. In het wetsvoorstel Wet collectieve warmte (Wcw) staat dat alleen warmtebedrijven met een publieke meerderheid of warmtegemeenschappen warmtenetten mogen ontwikkelen en exploiteren. Deze initiatieven zetten stappen richting het opbouwen van publieke realisatiekracht.