Beïnvloeden van gedrag

De warmtetransitie vraagt om concrete verandering in gedrag van bewoners. Communicatie en participatie rond aardgasvrije wijken moet daarom ook bijdragen aan de gedragsverandering. Vier gedragsfactoren spelen daarbij een rol: gemak, normen, motivatie en weerstand. Daarnaast is goed om onderscheid te maken tussen keuzegedrag en routinegedrag.

Gemak

Mensen kiezen de weg van de minste weerstand. We nemen bij voorkeur de makkelijkste weg van A naar B. Zorg voor gemak door een route aan te bieden waarbij de belasting zo laag mogelijk is. Mensen komen in actie als ze weten welke stappen nodig zijn en als ze daarbij ervaren dat zij die stappen ook echt kunt zetten. Afstappen van aardgas is een complex en langdurig proces. Het vraagt veel van mensen om uit te zoeken wat je daarvoor moet doen en om dat dan ook echt te gaan doen. Schep daarom overzicht en stem je informatie af op de fase waarin iemand zit. Laat zien wat bewoners nu al zelf kunnen doen. Geef daarvoor concrete adviezen en verwijzingen. Probeer ze zoveel mogelijk te ontzorgen.

Door het gedrag op te delen in haalbare stappen lijkt de opgave minder groot. Dan wordt een eerste stap sneller gezet. Maak inzichtelijk hoe samen wordt toegewerkt naar oplossingen op de langere termijn. Zo wordt duidelijk dat het doel haalbaar is en welke stappen bewoners daarvoor nu en straks kunnen zetten.

Sociale beïnvloeding

Sociale beïnvloeding is een krachtige gedragstechniek. Mensen zijn vanuit de evolutie geprogrammeerd om de groep te volgen omdat je veiliger in een groep leeft dan alleen. Je kunt daardoor ‘sociale besmetting’ en ‘sociale bewijskracht’ benutten om mensen gewenst gedrag te laten vertonen. Er zijn veel goede voorbeelden van sociale beïnvloeding. Zoals het terugkoppelen van ervaringen van mensen in een proefwoning, om zo twijfels bij de volgende groep bewoners weg te nemen. Of juist verhalen van twijfelaars delen om een eerlijk beeld te schetsen. Het enthousiasme en de energie uit de wijk is een krachtige motivator voor anderen: dat leidt tot ‘sociale besmetting’.

Wanneer de groep bewoners die mee wil doen stap voor stap groter wordt, groeit de druk op de kleine groep die dat nog niet doet. Zo ontstaat ‘sociale bewijskracht’ voor de mensen die nog twijfelen of nog niet nagedacht hebben over verduurzamende maatregelen. Positief sociaal bewijs leidt uiteindelijk tot conformisme. We willen namelijk graag bij de groep horen. Je kunt met een intensieve persoonlijke aanpak de achterblijvers proberen te overtuigen, maar het is effectiever om het natuurlijke proces van ‘conformeren aan de massa’ het werk te laten doen.

Motivatie

Motivatie is een sterke motor achter ons gedrag. We onderscheiden daarbij intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie is het sterkst. Maar lastiger te beïnvloeden. Extrinsieke motivatie is eenvoudiger te stimuleren. Je kunt mensen motiveren door beloning. Laat bijvoorbeeld zien dat er subsidie is om je huis te isoleren en dat het ook nog eens leidt tot een comfortabelere woning die meer waard is. Je kunt ook proberen mensen te motiveren door straf - “je moet toch in 2050 van het gas af, anders…” -, maar een gevoel van ‘moeten’ kan bewoners afschrikken en wekt snel weerstand op. Positieve framing motiveert vaak beter dan verliesframing. Het helpt dus als mensen de voordelen inzien, bijvoorbeeld voor de woning - waardestijging of comfort - of voor het milieu. 

Weerstand

Weerstand is het omgekeerde van motivatie. Je vermindert de kans op weerstand door betrouwbaar en duidelijk te zijn, door goed te luisteren en door mensen zich gehoord te laten voelen. Mensen staan niet graag onder druk en willen ruimte om zelf keuzes te maken op basis van eigen voorkeuren, op een voor hen geschikt moment. Een afspraak waarop een bewoner invloed kan uitoefenen, leidt tot meer commitment dan een opgelegde opdracht. Gebrek aan ruimte wekt snel weerstand op.

Keuzegedrag

Bij gedragsverandering onderscheiden we keuzegedrag en routinegedrag (zie afbeelding). Sommige keuzes maak je maar af en toe in het leven. Daarbij past - weloverwogen - keuzegedrag. Bij aardgasvrij gaat het vaak om keuzes rondom woningmaatregelen, zoals het kopen van een warmtepomp of de aansluiting op een warmtenet. Mensen hebben weinig tot geen ervaring met zulke eenmalige keuzen. Daarbij zijn in de energietransitie veel zaken nog niet duidelijk. Dat leidt tot belemmeringen bij het maken van die keuzen, met vragen als: Wat past het beste bij mijn woning en wensen? Hoe kan ik dit financieren en wat betekent dat voor mijn woonlasten ? Wie is verantwoordelijk voor de installaties? Wanneer moet ik van het gas af zijn? Om dan keuzes te maken - keuzegedrag te vertonen - hebben bewoners grote behoefte aan heldere, begrijpelijke informatie van een betrouwbare bron. Maar ook aan inzicht en gevoelde zekerheid rond veranderingen en woonlasten.

Routinegedrag

Er zijn veel keuzes die je regelmatig maakt. Daarbij vertonen mensen vaak routinegedrag. Bij aardgasvrij speelt dat vooral als het huis van het gas af is. Denk aan praktijken zoals wassen, koken, comfortmanagement en ontspannen in het huis. Als jouw huis aardgasvrij wordt, moet je dat routinegedrag gaan veranderen. Dat kan een belemmering vormen om van het aardgas af te gaan. Bewoners kunnen hierin ondersteund worden door:

  • Goede informatie en begeleiding rond het gebruik van het nieuwe systeem, zoals workshops ‘inductie-koken’.
  • Mogelijkheid tot sturing en controle op het nieuwe systeem, met direct inzicht in effecten op comfort, energie- en kosten-efficiëntie. 
  • Zekerheid over de vaardigheden die nodig zijn en die mogelijk veranderd moeten worden.

Meer informatie

Vragen?

Heb je meer vragen over beïnvloeden van gedrag? Neem dan contact op met onze helpdesk. Een van onze adviseurs helpt je graag verder.
Cookie-instellingen