Natuurvriendelijk isoleren

Bij na-isolatie van huizen en gebouwen moet je rekening houden met de aanwezigheid van beschermde diersoorten. Dat staat in de Omgevingswet (voorheen de Wet Natuurbescherming). Het is verboden om dieren als vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen te verstoren, doden of hun verblijfplaatsen te vernielen.

De Raad van State heeft op 2 augustus 2023 bevestigd dat je bij na-isolatiemaatregelen - zoals spouwmuur- en dakisolatie - rekening moet houden met beschermde diersoorten. Om te voorkomen dat er voor ieder gebouw apart ecologisch onderzoek gedaan moet worden, stimuleert het Rijk dat gemeenten werken met een omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit: een soortenmanagementplan (SMP). Het duurt een aantal jaar voordat een SMP gereed is. Daarom heeft het Kabinet gewerkt aan een korte termijnperspectief. Dit bestaat uit verschillende onderdelen, die hieronder zijn beschreven.

Natuurvriendelijk isoleren

Woningeigenaren kunnen hun woning isoleren door een isolatiebedrijf in te schakelen dat werkt volgens de methodiek natuurvriendelijk isoleren. Hiervoor hoeven zij geen ecologisch onderzoek te doen of omgevingsvergunning aan te vragen. Isolatiebedrijven kunnen hiervoor een training volgen. Informatie over hoe natuurvriendelijk isoleren werkt en welke isolatiebedrijven gecertificeerd zijn om op deze natuur-inclusieve manier te werken, vind je op de website Natuurvriendelijk isoleren.

Met de methodiek Natuurvriendelijk isoleren (NVI) maken isolatiebedrijven gebouwen van tevoren natuurvrij en registreren ze hun werkzaamheden in een meldingsapplicatie. Bewoners hoeven hier verder niets aan te doen. Het bijhouden van werkzaamheden is van belang omdat landelijk is afgesproken dat maximaal 6% van de gebouwen per CBS-buurt geïsoleerd mag worden: 3% voor 2024, 2% voor 2025 en 1% voor 2026.

De landelijke lijn natuurvriendelijk isoleren geldt voor 3 jaar en niet langer dan nodig, totdat er landelijk gewerkt wordt met (pre-)soortenmanagementplannen. In de tussentijd wordt de kortetermijnaanpak geformaliseerd in een landelijke gedragscode. Meer informatie over de werkwijze vind je in de Q&A van de VNG en op Volkshuisvestingnederland.

Pre-soortenmanagementplan (pre-SMP)

Het opstellen van een SMP duurt tot ongeveer 2 jaar, afhankelijk van de lokale omstandigheden. Daarom kunnen gemeenten en hun inwoners in een aantal provincies tijdens de onderzoeksperiode gebruikmaken van een pre-soortenmanagementplan (pre-SMP). Wanneer een gemeente met een (pre-)SMP start, komt het maximumpercentage volgens de NVI-methodiek (6%) te vervallen en gelden de richtlijnen voor het (pre-)SMP.

De provincie kan op basis van het pre-SMP een tijdelijke gebiedsgerichte omgevingsvergunning verlenen. Zo kunnen isolatiewerkzaamheden bij grondgebonden woningen toch doorgaan. Er zijn echter wel strenge voorwaarden aan verbonden. Het bevoegd gezag (provincie of omgevingsdienst) kan hierover meer informatie bieden.

Op de website Natuurvriendelijk isoleren lees je welke provincies al werken met een pre-SMP. De provincie Utrecht biedt meert informatie over pre-soortenmanagementplannen.

Soortenmanagementplan

Een soortenmanagementplan (SMP) biedt een gebiedsgerichte omgevingsvergunning voor onder meer de na-isolatie van woningen. Hierdoor kan in 1 keer voor de gehele gemeente een ecologisch onderzoek worden gedaan. En er kunnen maatregelen worden genomen om de aanwezige diersoorten te beschermen. Een SMP is in de meeste gevallen 10 jaar geldig.

Perspectief voor gemeenten

Om tegemoet te komen aan de kosten voor het opstellen en uitvoeren van een (pre-)SMP, stelt het Rijk de SpUk Versnelling Natuurinclusief Isoleren beschikbaar. Dit budget wordt verdeeld door de provincies. Een deel van het bedrag kan gebruikt worden om alternatieve verblijfplaatsen te bekostigen, zodat (kraam)verblijven die verloren zijn gegaan tijdens het isoleren gecompenseerd worden.

Verder kunnen gemeenten gebruik maken van de Specifieke Uitkering van het ministerie van BZK, van de tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE) en van een deel van de SpUk Lokale Aanpak Isolatie (SpUk LAI) om een SMP te bekostigen. Houd er bij gebruik van de SpUk LAI rekening mee, dat alle woningen waarvoor subsidie is aangevraagd ten minste 1 isolatiemaatregel uit moeten voeren.

Innovaties en wetgeving

In de tussentijd  wordt er als onderdeel van de landelijke aanpak onderzoek verricht naar innovatieve opsporingsmethoden waarmee (verblijven van) beschermde diersoorten sneller en makkelijker opgespoord kunnen worden. Deze methodiek blijft relevant onder het (pre-)SMP. Zo onderzoekt en valideert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de eDNA-methodiek in combinatie met uitgebreid sporenonderzoek. De verwachting is dat de uitkomsten van dit onderzoek in het 4e kwartaal van 2024 bekend zullen zijn. Ook wordt de wetgeving aangepast om bij nieuwbouw en grootschalige renovaties nestvoorzieningen te verplichten.

Meer informatie

 

Hulpmiddelen

Stappenplan soortenmanagement

Algemene informatie en routekaart voor een soortenmanagementplan (pdf) van de VNG.

 

Cookie-instellingen