Groen gas

Groen gas is gas dat gemaakt wordt uit resten van biologisch materiaal en opgewerkt is tot dezelfde kwaliteit als aardgas. Het wordt gebruikt in het bestaande gasnet. Gebruikers kunnen groen gas gebruiken zonder hun gasapparaten aan te passen. Maar groen gas is maar in kleine hoeveelheden beschikbaar voor huizen en gebouwen. Daarom is het alleen handig in wijken waar alternatieve warmtebronnen veel duurder zijn of technisch niet mogelijk zijn.

Alternatieve warmtevoorziening

In de gebouwde omgeving moeten we richting 2050 steeds kijken of we andere manieren kunnen vinden om huizen te verwarmen, zoals met een warmtenet of een volledig elektrische warmtepomp (all-electric). Als dat niet goed werkt of te duur is, kunnen we groen gas gebruiken met een hybride warmtepomp als sluitstuk in de warmtetransitie. Alleen door de vraag naar gas drastisch te verlagen, kan een evenwicht bereikt worden tussen het duurzame aanbod van groen gas en de vraag. Wachten op groen gas terwijl er andere opties zijn, is riskant omdat:

  • maar weinig groen gas beschikbaar is;
  • er sprake is van een concurrerende vraag;
  • en een verwachte prijsstijging.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) helpt gemeenten bij hun keuzes door in Startanalyse de uitgespaarde nationale kosten per buurt in beeld brengen, de uitgespaarde kosten per buurt op nationaal niveau te rangschikken en aan de hand hiervan per buurt aan te geven of groen gas een optie is. Ze gaan ook aangeven of groen gas een goede optie is voor een bepaalde buurt.

Beschikbaarheid groen gas

Het is nog onzeker hoeveel groen gas er beschikbaar zal zijn voor de gebouwde omgeving in 2050. Deze onzekerheid komt door zowel vraag als aanbod. Aan de ene kant is het niet duidelijk hoeveel groen gas we nationaal kunnen produceren of importeren. Aan de andere kant weten we niet precies hoeveel groen gas er nodig zal zijn per sector en de mate waarin groen gas hoogwaardig ingezet kan worden om aan deze vraag te voldoen.

Groen gas is niet alleen nodig voor de gebouwde omgeving. Ook zware mobiliteit, zware industrie en bijvoorbeeld negatieve emissies zijn sectoren en domeinen die vraag kunnen hebben naar groen gas. Tot 2030 zal de overheid groen gas vooral gebruiken voor de zogenaamde ETS2-sector (emissiehandelssysteem). Beslissingen over beschikbaarheid en gebruik na 2030 volgen later. Of er in 2050 voldoende groen gas beschikbaar en inzetbaar is voor bijvoorbeeld monumentale gebouwen is nog niet zeker.

Vanwege beperkte beschikbaarheid kunnen niet alle gebouwen massaal overschakelen op groen gas. In de strategieën van PBL: de Startanalyse aardgasvrije buurten wordt niettemin met groen gas gerekend, omdat in een aantal buurten de andere technische opties heel moeilijk te realiseren zijn. Vanwege de zeer beperkte beschikbaarheid zijn de strategieën waarin groen gas een rol speelt gecombineerd met energiebesparing en hybride warmtepompen om het gebruik van gas te verminderen.

Het is belangrijk om verstandig om te gaan met het beperkte groen gas dat beschikbaar is. In gebieden waar nog geen duidelijk plan is voor 2050, kunnen gemeenten het beste beginnen met het isoleren van huizen en het vervangen van oude cv-ketels door hybride warmtepompen. Later kan worden besloten om volledig over te stappen op een elektrische warmtepomp of om aan te sluiten op een warmtenet, afhankelijk van de ontwikkelingen.

Als er geen andere opties zijn, kan groen gas samen met een hybride warmtepomp worden gebruikt. De komende jaren zal er steeds meer groen gas worden bijgemengd via de bijmengverplichting. Maar pas als het gas voor 100% groen is, kan er helemaal worden overgestapt op groen gas. Dit zal pas richting 2050 realistisch zijn voor de wijken die dan nog op het gasnet zijn aangesloten. Isolatie en het gebruik van een hybride warmtepomp zijn belangrijk om de behoefte aan groen gas en de kosten te verminderen.

Programma Groen Gas

Verschillende bedrijven werken samen in de brancheorganisatie Platform Groen Gas om bij te dragen aan de ontwikkeling van vraag en aanbod van groen gas. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft het Programma Groen Gas opgezet om de productie, consumptie en innovatie van groen gas te stimuleren. Het programma streeft naar een productie van 2 miljard kuub groen gas in 2030 in Nederland. Hiervoor worden instrumenten ontwikkeld zoals de bijmengverplichting groen gas, een subsidie-instrument gericht op vergassing, bestuurlijke afspraken met medeoverheden over ruimtelijke inpassing van groen gasinstallaties, en het meenemen van vergisting als methaan- en stikstof-reducerende techniek in het Nationaal Programma Landelijk Gebied. In het programma wordt ook nagedacht over de rol van groen gas na 2030, zowel vanuit beschikbaarheid van nationale productie en import, als vanuit de vraag vanuit verschillende sectoren.

Inzet groen gas

Groen gas is fysiek niet te onderscheiden van aardgas. Certificaten, genaamd Garanties van Oorsprong (GvO's), tonen aan wat de bron is van het gas. Om te voorkomen dat dezelfde hoeveelheid groen gas dubbel geteld of geclaimd wordt, beschikt een eindgebruiker alleen over groen gas als zijn energieleverancier in het bezit is van een GvO. Bewoners kunnen zelf geen GvO kopen; dat doet de energieleverancier via een register van Verticer.

Het kabinet wil groen gas bevorderen tot ten minste 2030 door een bijmengverplichting. Hierdoor krijgt ieder huishouden vanaf 2026 via zijn energieleverancier een aandeel groen gas bijgemengd.

Prijsontwikkeling

Het is zeker dat groen gas duurder is dan aardgas. De prijs zal waarschijnlijk stijgen in de toekomst vanwege de hoge vraag en beperkte beschikbaarheid. Fiscale regelgeving en nettarieven van groen gas zijn gelijk aan die van aardgas. Daarom zullen stijgende nettarieven en energiebelastingen ook gelden voor groen gas.

Rol van de gemeente

Groen gas kan worden gebruikt zonder aanpassing in de infrastructuur, maar omdat het beperkt beschikbaar is, moet er zuinig mee worden omgegaan. In de Startanalyse is zichtbaar waar groen gas de meeste besparing van nationale kosten oplevert. Deze besparingen staan in het gemeenterapport. Hoewel groen gas niet per se lokaal hoeft te worden geproduceerd, is het wel goed als gemeenten lokale initiatieven voor groen gas steunen. Zo kan er zoveel mogelijk groen gas beschikbaar komen om Nederland duurzamer te maken.

Lokaal geproduceerd groen gas kan niet alleen voor de eigen gemeente worden gebruikt. Het gas wordt op het algemene gasnetwerk ingevoerd en kan dan door marktpartijen worden verhandeld volgens Europese regels. De Garantie van Oorsprong bepaalt wie het groene gas bezit. Ook al wordt groen gas lokaal geproduceerd, het kan elders worden gebruikt als de GvO in die richting wordt verkocht.

Het aanleggen van lokale biogasnetwerken voor de levering aan woningen is niet wenselijk. Dit komt door problemen met de leveringszekerheid: als een biogasproducent failliet gaat of problemen heeft met het aanvoeren van grondstoffen, kunnen huishoudens zonder gas komen te zitten. Lokale biogasnetten hebben vaak beperkte opslagcapaciteit, terwijl het algemene gasnetwerk over meer capaciteit beschikt.

Ten tweede is er minder regulering voor biogaslevering, wat betekent dat niet alle consumenten- en prijsregels van toepassing zijn.

Tot slot zijn biogrondstoffen mobiel, dus als de marktwaarde op een andere plek hoger is, kan een ondernemer besluiten zijn grondstoffen niet meer te leveren of in te zetten ten behoeve van biogaslevering op een net, maar ten behoeve van groen gaslevering elders.

Meer informatie

Vragen?

Heb je meer vragen over groen gas? Neem dan contact op met onze helpdesk. Een van onze adviseurs helpt je graag verder.

 

Cookie-instellingen