Buurtaanpak voor versnelling warmtetransitie

27-02-2024
{0} reacties

“De lokale warmtetransitie heeft impact op de energie-infrastructuur en netcapaciteit. Er is veel werk voor de netbeheerders en aannemers. Om te versnellen in de warmtetransitie, komen de netbeheerders met de buurtaanpak.”

“De lokale warmtetransitie heeft impact op de energie-infrastructuur en netcapaciteit. Er is veel werk voor de netbeheerders en aannemers. Om te versnellen in de warmtetransitie, komen de netbeheerders met de buurtaanpak.” Rachel Marty is senior partner energietransitie bij netbeheerder Enexis en vertelt wat gemeenten te wachten staat: plannen maken, opschalen en intensief samenwerken met verschillende partners.

Rachel Marty met een geel hesje aan, voor een busje van Enexis
Foto: Rachel Marty

Netverzwaring is essentieel om de warmtetransitie mogelijk te maken, vertelt Rachel. “Voor het laagspanningsnet bestaan 3 typen knelpunten: overspanning, onderspanning en capaciteitstekort. Door overspanning kunnen zonnepanelen zichzelf uitschakelen, onderspanning kan leiden tot knipperende lampen of een warmtepomp die uitvalt en capaciteitstekort kan leiden tot stroomstoringen. Gedreven door toenemende laagspanningsproblematiek beseffen gemeenten dat er wat moet gebeuren.”

Buurtaanpak: sneller verzwaren en uitbreiden van het laagspanningsnet

Om de problemen op het net op te lossen en te zorgen dat we ook in de toekomst stroom kunnen gebruiken en opwekken, moeten de elektriciteitsnetten de komende jaren flink uitgebreid worden. Rachel: “De oplossingen zijn grofweg in 3 categorieën onder te verdelen. Allereerst verzwaren en uitbreiden; er zijn meer kabels en transformatorhuisjes nodig. Ten tweede verslimmen; de vraag naar energie, in het bijzonder op ‘piekmomenten’, moet omlaag. En we moeten ons flexibeler opstellen voor het gebruik en de opwek van energie. En tot slot verdelen; omdat niet alles tegelijk kan, moeten we vooruitdenken (programmeren) en prioriteren wat eerst aangepakt wordt.

Het verzwaren en uitbreiden van de laagspanningsnetten zal steeds meer gebeuren met de buurtaanpak van de netbeheerders. Met de buurtaanpak pakt de netbeheerder de benodigde netuitbreidingen proactief en buurtgericht aan. Ook op plekken waar het nog niet knelt, maar waar we wel knellingen verwachten, voeren we de werkzaamheden uit. Met de buurtaanpak proberen we te versnellen. Bovendien komt in de buurtaanpak de aannemer veel meer in de lead, waarmee we hopen om het probleem van uitvoeringscapaciteit aan te kunnen pakken.”

Gemeentelijke capaciteit

Het doel van de buurtgerichte aanpak is ervoor zorgen dat het licht aanblijft bij bewoners. “Netbeheerders kunnen dit echter niet alleen, gemeenten spelen een hele belangrijke rol in de realisatie. Het is meer dan een project; het is een duurloop, een programma. Daar moet je je gemeentelijke capaciteit op aanpassen, met de juiste processen en daarbinnen de juiste rollen en mensen. Zo kunnen gemeenten de uitvoeringsplannen gaan maken. Het hoeft niet nu gelijk duidelijk te zijn voor alle buurten, maar we moeten nu wel gaan beginnen”, zegt Rachel.

Invulformulier als leidraad voor de planning

Om een goede knelpuntenanalyse te kunnen maken is het invulformulier wijkuitvoeringsplan opgesteld. “Met het (W)UP-invulformulier halen we de plannen van gemeenten op een kwantitatieve manier op en hiermee verrijken we onze prognoses en voorspellingen over waar en wanneer knelpunten worden verwacht in het net. In plaats van documenten die bij iedere gemeente anders zijn in vorm en inhoud, hebben we nu 1 standaardformulier waarin alle informatie die wij nodig hebben bijeen is gebracht.

We vragen gemeenten om het formulier voor zoveel mogelijk wijken in te vullen. Het formulier gaat over alles wat invloed heeft op energievraag en -aanbod. Hoe duidelijker de gemeente is over wat er gaat komen, hoe beter. Vul in wat je zeker weet. Als ergens een warmtenet komt en er daardoor niet direct problemen verwacht worden met betrekking tot netcapaciteit, dan kunnen we onze mensen inzetten in een andere buurt om te voorkomen dat daar problemen ontstaan.”

Warmtetransitie in de ruimtelijke opgave

Rekening houden met de toekomst is van belang bij het invullen van het formulier. “Gemeenten moeten nadenken over het hele ruimtelijk vraagstuk, zoals: water, groen, elektra. Zo kunnen waterberging en transformatorhuisjes niet op dezelfde plek, maar ze hebben beiden ruimte nodig.”

Het plaatsen van alle transformatorhuisjes vergt veel van gemeenten en bewoners. “Weerstand van bewoners tegen transformatorhuisjes is eigenlijk onvermijdelijk. Niemand wil zo’n transformatorhuisje voor de deur. Maar de komst van deze infrastructuur is net zo onvermijdelijk. Het alternatief van het plaatsen van deze huisjes, is dat de stroom continu uitvalt.”

Intensieve samenwerking

Het uitrollen van de buurtaanpak vraagt om een intensieve samenwerking tussen in ieder geval gemeenten, netbeheerders en woningbouwcoöperaties. “We willen komen tot gezamenlijk afgestemde planningen, waarbij iedereen zijn eigen verantwoordelijkheden kan uitvoeren. Daarvoor moeten we gezamenlijk keuzes maken, niet alles kan overal tegelijk. Gezamenlijk bekijken we welke volgorde logisch is. We plannen steeds zo’n 2 tot 10 jaar vooruit.”

Bij deze aanpak hoort ook het maken van duidelijke en overkoepelende afspraken en standaardisatie. “Zo hoeven we niet voor iedere buurt alle afspraken opnieuw te maken. Bijvoorbeeld over hoe we omgaan met grondaankopen, communicatie, participatie en het proces voor het aanwijzen van geschikte locaties. Het is een programmatische aanpak. Tijdens het uitvoeren van de buurtaanpak doorlopen we de afgesproken stappen, blijven we leren en aanpassen en blijven we met elkaar in gesprek.”

Daarnaast is de samenwerking tussen gemeenten en regio’s belangrijk. “Zo hebben Twente en West-Overijssel samengewerkt in het proces voor de buurtaanpak en willen ze ook in de toekomst gaan samenwerken op het gebied van communicatie en participatie voor de buurtaanpak. Onderling kennis en ervaringen uitwisselen blijft erg belangrijk.”

Meer informatie

Afbeeldingen

Cookie-instellingen