Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid om de innovatieve opsporingsmethode eDNA als 'erkende maatregel' in de Omgevingsregeling op te nemen. Dat hebben minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en staatssecretaris Jean Rummenie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur vandaag aan de Tweede Kamer gemeld. Met eDNA is het mogelijk om beschermde diersoorten in spouwmuren op te sporen.
De soortenmanagementplannen (SMP’s) per gebied zorgen ervoor dat individueel onderzoek naar beschermde diersoorten per woning niet meer nodig is. Het duurt naar verwachting nog enkele jaren voordat deze SMP’s in alle gemeenten opgesteld zijn. Daarom is er eind vorig jaar een gelijktijdige kortetermijnaanpak geïntroduceerd: natuurvriendelijk isoleren (NVI). De eDNA-methode is een methode die parallel loopt aan SMP’s en de landelijke lijn NVI en waarmee het mogelijk is om diersoorten relatief eenvoudig en goedkoop te detecteren. De methode is een vooronderzoeksmethode die gebruikt kan worden bij het detecteren van beschermde diersoorten in spouwmuren voor individuele grondgebonden woningen.
Vervolgstappen
Het onderzoek naar de eDNA-methode wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en een consortium van marktpartijen. Het kabinet verwacht de eindresultaten van het onderzoek later dit jaar. Het streven is om de consultatie van de Omgevingsregeling nog voor het einde van dit jaar te starten, zodat deze in de eerste helft van 2025 in werking kan treden.
Lees de kamerbrief op Rijksoverheid.nl
Meer informatie