De familie van mijn vader werkte in de mijnen rondom Heerlen. Zo ook mijn vader in zijn studententijd. Na zijn studie werkte hij ruim 40 jaar voor de Provinciale Limburgse Elektriciteit Maatschappij (PLEM). De PLEM was een grote, sociale nutsorganisatie die de hele provincie van elektriciteit voorzag, inclusief het beheer van de elektriciteitsnetten. De elektriciteit kwam uit de Limburgse kolencentrales en de warmte (gas) uit Groningen. Behoorlijk overzichtelijk allemaal.
Decentraal energiesysteem
Hoe anders wordt het in de toekomst. We gaan toe naar zoveel mogelijk lokaal opgewekte duurzame elektriciteit en warmte. Waarbij flexibele apparatuur en batterijen nodig zijn om de vaak overbelaste elektriciteitsnetten te kunnen ontzien. We gaan toe naar een decentraal energiesysteem, waarin iedere bewoner of bedrijf individuele keuzes moet maken over waar hij of zij elektriciteit en warmte vandaan haalt. Hoe we dat voor elkaar krijgen staat op hoofdlijnen uitgewerkt In het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE). “Met dit plan brengt het kabinet dus nu al in kaart hoe het energiesysteem van de toekomst eruit moet zien en wat nodig is om daar te komen. Dat doen we niet project voor project of energiebron voor energiebron, maar we kijken wat in 2050 nodig is. Vanaf die vooruitblik redeneren we terug naar vandaag. Het kabinet zet zo in op een meer sturende rol voor de Rijksoverheid op het gebied van: Energieaanbod, Energie-infrastructuur, Ruimte, Verdeling en Besparing”.
Eerlijke verdeling van schaarste
Een systeem is een samenhangend stelsel van technische, organisatorische, procedurele en andere middelen ter vervulling van een doel. In dit geval het doel dat iedereen in Nederland voorzien wordt van betrouwbare, betaalbare en duurzame energie. Hiermee wordt alles aan elkaar verbonden. Noodzakelijk, maar ook zeer complex. Want op alle relevante randvoorwaarden heerst schaarste. Wie besluit dan wat prioriteit krijgt en op basis waarvan?
Er wordt nu op landelijk niveau druk gewerkt aan het maken van interbestuurlijke afspraken hierover. Welke rollen, taken en verantwoordelijkheden horen thuis bij gemeenten, provincies en Rijksoverheid en wat is de rol van de regio’s hierin? Daarnaast zijn er door continu voortschrijdend inzicht regionale, provinciale en nationale programma’s en ondersteuningsteams van de grond gekomen om zaken voor elkaar te krijgen. Maar niet alles is in voldoende samenhang ontwikkeld. Dat is logisch, maar ook lastig. Ieder handelt vanuit eigen perspectief met eigen taalgebruik.
Samenwerken inspireert
Daarom zat ik onlangs als directeur van het NPLW samen met collega’s van andere interbestuurlijke programma’s, de VNG en ambtenaren van de ministeries van KGG en VRO aan tafel om te bespreken hoe we meer in samenhang kunnen werken en sturen. Het is heel leuk en leerzaam om van elkaar te horen wat speelt en wie allemaal is aangehaakt. En ook hoe de inzet van de een zich verhoudt tot de inzet van de ander. We willen voorkomen dat we dingen dubbel doen én meer in samenhang werken.
De wens om in gezamenlijkheid te bouwen aan een integraal en interbestuurlijk energiesysteem is groot. Met deze wens gaan we samen op pad. Stap voor stap. Want de energietransitie is een enorm complex systeem, waarbij het uiteindelijk allemaal draait om mensenwerk.
Wordt vervolgd.
Maureen van Eijk is directeur van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
maureen.eijk@nplw.nl