Vanaf dag één heeft Amsterdam bewoners betrokken bij het opstellen van het warmteprogramma. En dat werkt goed – zeker als je deelnemers aan een bewonerspanel beloont met een kleine vergoeding. ‘De wijsheid van de massa’ moet uiteindelijk leiden tot een beter warmteprogramma.
In het warmteprogramma beschrijft de gemeente welke wijken, buurten en dorpskernen in de komende 10 jaar van het aardgas gaan en hoe dat gebeurt. “Het is dus een beleidsstuk voor een lange periode”, benadrukt Danielle Driessen, adviseur participatie warmteprogramma bij de gemeente Amsterdam. "Maar de belangrijke beslissingen voor de toekomst moeten wel nu genomen worden. Beleidsmakers dienen te weten wat dat doet met bewoners. En je moet straks kunnen aantonen dat je als gemeente goed naar hen geluisterd hebt. Participatie kan heel waardevol zijn. De ‘wijsheid van de massa’ kan zo’n warmteprogramma echt beter maken.” Maaike Vallenduuk, coördinator van de participatie rondom de energietransitie: “Niemand weet op dit moment nog wat goede plannen zijn. Dan moet je met een groep die spannend kan nadenken een systematiek ontwikkelen van zoals ik dat noem: ‘vooruit struikelen’.”
Maaike bekent dat haar eerste gedachte was: moeten we echt weer een uitgebreide participatieronde gaan doen? “We hebben tenslotte al een heel participatieproces gehad voor de transitievisie warmte. Tegelijkertijd is de afgelopen 5 jaar veel veranderd. Wanneer je participatie een warm hart toedraagt, kun het niet laten bij één keer participatieruimte. Ook al had Danielle eerst dezelfde gedachte als ik, we zijn het toch gaan doen.”
Keuzes warmteprogramma
In maart 2024 is Amsterdam van start gegaan met het maken van een participatieplan. Het plan is niet in steen gebeiteld, maar de eerste fase is redelijk vastomlijnd. Zoals alle gemeenten begint Amsterdam met het opschrijven van de uitgangspunten die leidend zijn voor de keuzes binnen het Warmteprogramma. Het vastgestelde participatieniveau in deze fase is adviseren. Dit betekent dat de gemeente bewoners en andere betrokkenen om advies vraagt en dat zij hun ideeën en meningen kunnen delen.
Online keuzewijzer
Onderdelen van de participatie zijn interviews met relevante stakeholders, een stadsbrede online keuzewijzer en een bewonerspanel. Danielle: “Voor de online keuzewijzer hebben we onder meer aandacht gevraagd via sociale media. Ook zijn we met een omgebouwde bakfiets, de participatiefiets, de buurten ingegaan om de keuzewijzer onder de aandacht te brengen. Uiteindelijk hebben ongeveer 1.000 mensen de keuzewijzer ingevuld. Niet slecht voor een abstract onderwerp als de uitgangspuntennotitie voor het warmteprogramma. Het heeft zeker geholpen dat we de abstracte uitgangspunten hebben vertaald naar concrete dilemma’s.”
Dwarsdoorsnede
Bij het bewonerspanel heeft Amsterdam bewust gekozen voor een dwarsdoorsnede van de bevolking van de hoofdstad. De gemeente schakelde daarvoor de hulp in van een onderzoeksbureau. Danielle: “Het bureau heeft een bestand van 16.000 Amsterdammers, die betaald worden om mee te doen aan klantonderzoeken. Uit dat bestand hebben ze 30 mensen geselecteerd van verschillende leeftijden en achtergronden. En specifiek ook uit kwetsbare stadsdelen met veel huurwoningen, waar de warmtetransitie al eerder is begonnen. Het zijn 30 mensen die al iets met het onderwerp duurzaamheid hadden gedaan, bijvoorbeeld ledlampen indraaien of tochtstrips plakken.”
Uitgangspunten warmteprogramma
Voor participatie over de uitgangspunten van het warmteprogramma wil je bewoners aan tafel hebben die redelijk positief staan ten opzichte van het onderwerp, legt Maaike uit. “Juist omdat je wilt dat bewoners ons helpen om ons plan te verbeteren. Met een betaald bewonerspanel kun je makkelijker doorpakken op de inhoud, mede vanwege die 25 euro die ze krijgen voor iedere bijeenkomst. Ze kwamen binnen als respondent van een bureau. Toen ze hoorden waar het ons om ging, stapten ze daarna heel snel in hun eigen burgerschap. Daarom denk ik dat je voor dit soort abstractere onderwerpen prima betaalde bewoners kunt inzetten.”
Open gesprek
Het panel is tot nu toe 2 keer bij elkaar gekomen. Danielle: “We zijn begonnen met een ontspannen kennismakingsdiner. Dat maakt dat mensen meer betrokken raken bij elkaar en het proces. We hebben daarna een open gesprek gevoerd in 4 groepen. Waar denk je aan bij het warmteprogramma? Wat zijn de kansen en waar maak je je zorgen over? Het was verbazingwekkend wat er na een uur al ter tafel kwam. Het lijstje kwam voor een groot deel overeen met de uitgangspunten die Amsterdam al eerder geformuleerd heeft, zoals een goede informatievoorziening en betaalbaarheid.”
In de tweede bijeenkomst ging het meer over de verschillende dilemma’s in de uitgangspunten en de redenen daarachter. Bijvoorbeeld: vind je het belangrijk dat de oplossing duurzaam is of dat aardgasvrij voor iedereen betaalbaar is? “En in de slotsessie zal het meer gaan over de uitvoering. Als de gemeente in een buurt komt, waar meer speelt dan de warmtetransitie alleen, waar denken jullie als bewonerspanel dan dat Amsterdammers over mee willen praten?”
Kloof dichten
De volgende fase van het participatieproces heeft Amsterdam nog niet helemaal uitgedacht. Maaike: “Een belangrijke vraag is natuurlijk: hoe komt de inbreng uit de participatie terug in de scenario’s waarmee we het warmteprogramma meer duiding en concreetheid geven? Ook daarvoor organiseren we weer participatie. Zo lang we de twee wetten Wgiw en Wcw nog niet hebben, is het onze taak om de kloof tussen overheid en bewoners niet verder te vergroten. Dat lukt alleen als je schijnparticipatie weet te voorkomen. Dus doe het goed: werk heel nauw samen met je inhoudelijke collega’s of doe het niet.”
Tips
Heeft Amsterdam tenslotte nog tips voor andere gemeenten die met participatie aan de slag gaan? Maaike: “Start gewoon! Hoe moeilijk het soms ook is. Door het te doen, leer je er ook van. En kun je ook weer beter de discussie voeren met je opdrachtgevers. Ik heb respect voor gemeenten die anders beslissen, omdat ze hun burgers niet willen overvragen. Dat snap ik heel goed. Tegelijkertijd ben ik blij dat wij hier vooruit blijven struikelen, om het participatieproces bij de warmtetransitie langzaam vooruit te brengen. Dat leidt bij ons echt tot betere plannen.”
Meer informatie