De keuze voor een warmtenet vraagt om een goeddoordachte aanpak. Als het aanbod voor een aansluiting op het warmtenet te duur is, accepteren bewoners het aanbod niet. Op het financiële deel heeft een gemeenteambtenaar weinig invloed. Maar niet alleen de betaalbaarheid bepaalt of bewoners een aanbod accepteren. Debbie Mous (strategische marketing en klantgericht innoveren bij Ekiep) en Doris de Bruijn (sociale woningvoorraad verduurzamen bij SlimRenoveren) onderzochten hoe gemeenteambtenaren een aanbod het beste kunnen aanpakken: “Zet eerst de bril op van de bewoner!”
Bij de keuze van een warmtenet voor particuliere woningen horen bewonersparticipatie en het doen van een aanbod aan bewoners. De gemeente Haarlem ontwikkelt momenteel een aanpak voor het benaderen van bewoners. Wienand van Dijk (team warmtetransitie bij de gemeente Haarlem): “Iedere gemeente loopt tegen dezelfde zaken aan: hoe, wanneer en waarmee benader je bewoners als je een aanbod wilt doen? Zo ontstond het idee om te kijken of je van elkaar kan leren over hoe je de benadering, begeleiding en ontzorging aanpakt.”
Onderzoek bij koplopers
Debbie en Doris startten daarom in opdracht van het Nationaal Programma Landelijke Warmtetransitie (NPLW) een onderzoek. Debbie: “We hebben gekeken naar 8 koplopers (gemeenten en energiecoöperaties) die al een aanbod deden aan bewoners. De koplopers evalueerden hun eigen project en interviewden bewoners. Wij spraken de koplopers en hebben hun inzichten verwerkt in de bewonersbril: wat is voor de woningeigenaar belangrijk, hoe kijken ze naar het warmtenetproject en wat willen ze? Dat is doorvertaald naar: wat doe je als gemeenteambtenaar en hoe krijg je bewoners mee?”
5 thema’s voor een succesvol aanbod voor een warmtenet
Doris: “We hebben onze bevindingen samengevat in 5 thema’s waar een gemeenteambtenaar (in)direct invloed op kan uitoefenen voor een succesvol aanbod voor een warmtenet.” In de NPLW-klankbordgroep, waar Wienand onderdeel van uitmaakt, zijn deze thema’s aangescherpt. Wienand vertelt hoe Haarlem met deze thema’s aan de slag wil.
Team voor de buurt
Zorg voor een team voor de buurt dat aansluit bij de bewoners. En zorg voor een basis van vertrouwen. Dit team moet de juiste competenties hebben: hun hart moet bij de bewoners liggen, ze moeten communicatie- en participatiekennis hebben en met creativiteit bewoners betrekken bij de wijkaanpak. Zo werd in een Utrechtse buurt met veel mensen met een niet-Nederlandse achtergrond de gebruikelijke workshop koken op inductie een les in wokken op inductie. Niet iedere bewoner is hetzelfde. De ene bewoner wil betrokken worden zodra er een goed aanbod ligt. En de andere bewoner bereik je gewoon erg lastig. Maak in dat laatste geval bijvoorbeeld gebruik van belangrijke sleutelfiguren uit de wijk. Wienand doet dit ook: “We zijn in gesprek met de Alliantie Inclusieve Energietransitie. Dankzij hun netwerk spreken we met vertegenwoordigers van minder makkelijk te bereiken groepen en vragen we wat ze nodig hebben.”
Plan van de buurt
Maak een plan van de buurt. Laat bewoners meedenken over hun buurt: meer groen in de buurt, herinrichting van de straat of andere koppelkansen. Wienand: “Wij kijken met het gebiedsteam of we vragen, behoeften en plannen in de buurt kunnen koppelen aan de collectieve warmteoplossingen. Samenwerken aan de verduurzaming van de wijk vereist dat je een betrouwbare gesprekspartner bent.”
Hulp bij woningverbetering
Bied hulp bij de woningverbetering. Huizen verduurzamen biedt kansen als je daar ruim voor de start van het warmtenet mee begint. Daardoor bouw je vertrouwen op en houd je contact, ook als het soms jaren duurt voordat er een warmtenet komt. Onafhankelijke energiecoaches kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Wienand: “We koppelen het Nationaal Isolatie Programma en onze eigen isolatie-instrumenten. Voor woningen die eerst geïsoleerd moeten worden en daarna aangesloten worden op een warmtenet, willen we de isolatie en het aanbod koppelen: we willen het aanbieden als 1 pakket. Zeker voor wijken waar bewoners minder financiële ruimte hebben.”
Aanbod voor warmtenet
Over het aanbod voor het warmtenet verwachten bewoners eerlijke en transparante communicatie over de voor- en nadelen van het aanbod. Niet alle bewoners gaan gelijk mee in het aanbod. Flexibiliteit is daarom belangrijk, zodat mensen zich nog kunnen bedenken. Ze kunnen bijvoorbeeld fear of missing out (FOMO) ervaren. Mensen realiseren zich soms pas waar ze ‘nee’ tegen hebben gezegd zodra de schop in de grond gaat, en willen dan toch nog meedoen. In Haarlem zijn ze bezig met het aanbod: “Onder de bewoners leven vragen over prijzen en monopolisten. We moeten de bewoners eerlijk uitleggen dat de warmtetransitie onvermijdelijk is. We gaan bewoners het vertrouwen geven dat we ze behoeden voor prijsstijgingen van gas en elektriciteit. En dat we met publieke warmtebedrijven naheffingen op het vastrecht proberen te voorkomen.”
Aanleg van het warmtenet
Bij de aanleg van het warmtenet is het belangrijk om de bewoners goed te begeleiden. Zorg ook tijdens de aanleg voor een gezicht in de wijk. Wienand: “Geef bewoners de mogelijkheid om direct contact op te kunnen nemen met iemand: via whatsapp, de telefoon of e-mail.”
Zelf door de bril van een ander kijken?
Op 22 oktober geeft Doris een workshop waarin je ervaart hoe een succesvol aanbod voor een warmtenet voor woningeigenaren eruit kan zien. “We geven een introductie over het bewonersperspectief en het creëren van een win-winsamenwerking. Daarna gaan de deelnemers in groepjes aan de slag. Even in de schoenen van een ander staan, laat je ervaren hoe mensen naar jou kijken en hierdoor kijk je anders naar bepaalde zaken. Je kijkt dan in het vervolg meer naar het gemeenschappelijk belang en snapt het perspectief van de ander beter”, vertelt Doris.
De 8 onderzochte koplopergemeenten zijn: Purmerend (Overwhere-Zuid), Pijnacker-Nootdorp (Aardgasvrij Klapwijk), Katwijk Kalkoven (Hoornes Zuidoost), Wageningen (Benedenbuurt), Drimmelen (Terheijden), Sliedrecht Oost, Groningen (Selwerd) en Rotterdam (Aardgasvrij Heindijk).
Goed om te weten
Meer informatie
Contact